ZeewaterZeoliet

Zeewater

Water met een ➛zoutgehalte van ten minste 30 en hooguit 50 g/l (3 tot 5%). Zeewater bevat gemiddeld 34,5 g/l aan ➛zouten. Bijna alle water op aarde is zout.

Zenarchoptéridae

= afgeleid van Zenarchopterus.

Levendbarende halfbekken

Familie van (eier)levendbarende vissen uit de orde van de ➛Beloniformes die voorkomen in zuidoostelijk, tropisch Azië, in zowel zoet als ➛brak water. Deze vissen waren voorheen ingedeeld in de familie Hemirhamphidae.

Langwerpige, zeer slanke vissen met een snoekachtig uiterlijk en levenswijze. Opvallend is de lange onderkaak die opvallend ver onder de bovenkaak uitsteekt. Deze maakt hen tot jagers van insecten op het wateroppervlak, die zich daar al dan niet volgens plan bevinden. De korte rug- en aarsvin bevinden zich vlak voor de staartvin, wat duidelijk maakt dat deze dieren zich met korte, felle stoten hun prooi bemachtigen. De aarsvin is bovendien bij de mannen vergroeid tot een ➛andropodium, waardoor deze kan worden gebruikt om vrouwen mee te bevruchten. De buikvinnen staan wat verder naar voren, de borstvinnen, meer gebruikelijk, achter de kieuwdeksel.

Zenarchopteridae
Huidplooien langs de onderkaak geven houvast op een prooi. © ➛A. Wagnitz

Houdt één of meerdere vrouwen bij één man, of houdt mannen met minimaal 4 exemplaren, zodat de agressie zich verdeeld. Bij een tweetal is de kans groot dat één dit niet overleeft. Ook vrouwen kennen een hiërarchie, maar de gevechten zijn meer beheerst. Gebruik van zicht brekende ➛drijfplanten, zoals klopjes Riccia, zorgen dat de laagste in rang een goed heenkomen kan zoeken. Meer mannen vraagt wel navenant meer ruimte. Neem bij voorkeur een aquarium met een zo groot mogelijk wateroppervlak.

De 'snavel' maakt de vissen tot efficiënte insectenjagers. Daartoe zwemt de vis de onderkaak tot vlak naast de prooi, waarna de bovenkaak het insect met een snelle zijdelingse beweging wegsnaait. Ook springen de dieren graag naar een overvliegend insect. Een goed afgedekt aquarium voorkomt daarom onaangename verrassingen. De meeste soorten eten vrijwel uitsluitend van het wateroppervlak. Een dieet van watervlooien en droogvoer volstaat dan ook niet, al worden beide wel gegeten. Het voeren van spinnen, mieren en andere geleedpotigen ligt meer in lijn met het natuurlijke aanbod. Ook het opzetten van een ➛fruitvliegenkweek is zeer aan te bevelen en niet bijzonder moeilijk. Behalve dierlijk voedsel eten halfsnavelbekken ook plantaardige kost, met name algen.

Onrust rond het aquarium kan deze wat schuwe vissen schichtig maken. Stress kan tot gevolg hebben dat de vissen onrustig door het water schieten, daarbij tegen een ruit of voorwerp stoten en aldus hun onderkaak breken. Dit geldt ook voor transport, als de dieren in paniek heen en weer schieten met hun krachtige zwemstijl.

Op één soort na zijn alle levendbarend en brengen al vrij ver ontwikkelde jongen ter wereld. Mannen testen vrouwen op hun paringsbereidheid met dreigende gebaren. Is de kieskeurige vrouw bereid, dan volgt een bliksemsnelle paring, waarbij de man het andropodium tegen de vrouwelijke geslachtsopening drukt. Van een echte inwendige bevruchting is daarom geen sprake. Vermoed wordt dat vrouwen sperma op kunnen slaan.

In het aquarium zijn goed houdbare soorten te vinden in de geslachten ➛Dermogenys, ➛Hemirhamphodon en ➛Nomorhamphus.

Zeoliet

= kooksteen.

Natuurlijk poreus mineraal bestaande uit silicium, aluminium en ➛zuurstof, met een typische honingraatvormige molecuulstructuur van regelmatig kanaaltjes. Hierdoor kan het materiaal als een moleculaire zeef worden gebruikt.

Zeoliet
Zeoliet korrels

Zeoliet wordt vooral aanbevolen voor het verwijderen van een te hoog ➛ammoniakgehalte. Daarmee kan het onvermogen van ➛actief kool om dit uit te filteren worden omzeild. Evenals actief kool is het aan te raden dit materiaal slechts voor dit doel in te zetten en daarna te vervangen voor ander filtermateriaal. Na ongeveer een maand is zeoliet verzadigd, waarna de adsorptie stopt.

Een ammoniakpiek is een situatie die zich slechts in enkele gevallen voordoet. In een goed draaiend aquarium komt ammoniak slechts kort voor, het wordt al snel verwerkt in het ➛denitrificatieproces. Inzetten hiervan zal daarom zelden nodig zijn.

Droog zeoliet is vooral bekend als kattenbakvulling, vanwege de hoge graad van adsorptie, en in waspoeder voor ontharding. Beide producten zijn voor aquariumgebruik echter ongeschikt. Beter zijn daarvoor specifiek ontwikkelde kunstmatige varianten.

Pas bij gebruik van dit materiaal op met het toevoegen van ➛zout aan een zoetwater aquarium, bijvoorbeeld om het zoete water om te zetten in een brak: dit kan uitgefilterd ammoniak weer vrijmaken, wat dodelijke gevolgen voor de in het aquarium levende dieren kan hebben.