H₂O
Meest elementaire middel in de aquariumhobby en meest algemene vloeistof op aarde, die daarmee voor ruim 70% is bedekt. Voornamelijk met zeewater, slechts 0,014% is (zoet) oppervlaktewater.
Dit laatste ontstaat door destillatie: zeewater verdampt en keert als neerslag terug. Vanaf het moment van verdampen tot de terugkeer in zee, eventueel over land als rivieren, is het zoet.
Puur water is reuk- en smaakloos, maar niet geheel kleurloos. Dieper water kan tot donkerblauw kleuren. Water stolt bij 0° Celsius en kookt bij 100 daarvan, de temperatuurschaal van Celsius is er op gebaseerd. Een eigenaardige eigenschap van water is dat de hoogste dichtheid zich bij 4° C voordoet.
Daarmee is water uitzonderlijk te noemen. Deze eigenschap maakt het voor waterdieren mogelijk om niet te bevriezen tijdens extreem koude perioden, doordat bij dalende ➛temperatuur het zwaarste water naar beneden zakt en het ijs zich uitsluitend aan de oppervlakte vormt. De ijslaag verhindert daarmee het geheel bevriezen van het water eronder; het ijs 'groeit' naar beneden.
Behalve in vloeibare toestand als water, komt water ook als ijs en gas voor in een onafzienbare hoeveelheid verbindingen. Geen enkele andere stof op aarde komt in de natuur in alle drie de fasen voor, en ook in alle drie uitbundig. Water bindt gemakkelijk en vele vaste, vloeibare en gasvormige stoffen lossen er dan ook in op. Water komt in de natuur dan ook bijna niet zuiver voor. Deze oplosbaarheid maakt ook de uitwisseling van stoffen onder water mogelijk, zoals het opnemen van ➛zuurstof en ➛CO₂, essentieel voor organismen in het algemeen, en voor waterorganismen in het bijzonder.
In zoet water lossen onderweg naar zee per gebied verschillende stoffen in het water op, waardoor geografisch verschillende watersamenstellingen ontstaan. Gedurende de evolutie hebben vele plant- en diersoorten zich aan deze waarden aangepast. De ➛waterkwaliteit in België en Nederland wijkt in meer of mindere mate af van die van de herkomst van onze aquariuminhoud. De tolerantie van deze soorten bepaalt in hoeverre ons leidingwater een aanpassing nodig heeft.
➛Aponogeton distachyos
Het aanpassen van ➛leidingwater aan de behoeften van de in het aquarium levende planten en dieren.
Leidingwater in Nederland en België is bedoeld als drinkwater en voldoet aan andere eisen dan aquariumplanten en -vissen in de regel stellen. Veel daarvan zijn gedurende vele generaties nakweek deels hieraan aangepast, maar zullen bijvoorbeeld meer ➛weerstand tegen ziekten hebben en makkelijker te kweken zijn met een beter passende samenstelling. Kennis over de behoeften van deze plant- of diersoort zijn op onder andere deze website te vinden.
Leidingwater in onze streken is doorgaans neutraal tot lichtzuur en de ➛waterhardheid is middelhard of vrij hard, in enkele gebieden zacht of hard. Dit voldoet in de meeste gevallen redelijk tot goed, meestal dankzij het aanpassingsvermogen van het dier. Wil men echter kritischer dieren houden dan komt dat in de regel neer op de noodzaak het water aan te zuren. De meeste planten en dieren uit tropisch gebied voelen zich daar het beste bij. Dat gaat makkelijker in ➛onthard water. Maar ook zonder het water zuurder te willen maken is ontharden bijna altijd een verbetering, mineraalarm water bevat veel minder ➛bacteriën. Na het ontharden kan het water eenvoudiger worden aangezuurd, aangezien harder water zuren bindt en neutraliseert. Ook in de natuur is zuur water vrijwel altijd zacht, een prettige bijkomstigheid. Ontharden is daarom altijd de eerste stap, daarna kan de ➛zuurgraad worden verlaagd.
Verwar deze vorm van water toebereiden niet met de vele middelen die in de aquariumhandel worden aangeboden om leidingwater tijdens een ➛waterwissel of het ➛starten van een aquarium snel visvriendelijk te maken. Deze middelen werken tot op zekere hoogte goed en zijn veilig in het gebruik, maar maken het water niet mineraalarmer en voegen daarentegen middelen toe om kwalijke stoffen te binden.