= met een gespleten staart.
Zeer uitgebreid geslacht van karpers met meer dan 200 soorten uit de familie van de ➛Nemacheilidae.
Soortenrijkste geslacht binnen de bermpjesfamilie. Langwerpige, slanke bodemvissen met een vrijwel rond lichaam. De verspreiding beslaat Eurazië, met name India, Zuid-Oost Azië en China. Het ➛biotoop bestaat voornamelijk uit zuurstofrijk, stromend water, dieren bevinden zich vaak in de buurt van watervallen.
Het onderscheid met de overige geslachten is gebaseerd op een aantal kenmerken in de lichaamsbouw, met name de vorm van de bek, en typische elementen in de tekening op de staartwortel en langs de rugvin. Het geslachtsonderscheid is niet altijd gemakkelijk, vrouwen zijn doorgaans wat steviger gebouwd.
Redelijk vreedzame dieren die in een groep echter wel territoriumdrang tonen en de nodige agressie die daarbij komt. Combineren met andere vissen vraagt wel wat zorg, ook al vanwege de gewenste sterke ➛stroming. Geschikt gezelschap kan het best worden gezocht in de ➛Cyprinidae, waar ook soorten in voorkomen met een voorkeur voor stroming. Vermijd gelijkvormige vissen, aangezien deze als rivaal worden gezien en als zodanig agressief bejegend.
De dieren zijn ➛rheofiel en hebben de al eerder genoemde stroming nodig en daarmee zuurstofrijk water. Met het nabootsen van de natuurlijke omgeving gaat dat het beste, wat zoveel betekent als een zandbodem met veel rolkeien van verschillend formaat, liefst vlak geplaatst. Ook kunnen met de stenen belangrijke schuilplaatsen worden gemaakt. Ook enkele stukken hout misstaan daarbij niet. Belangrijk is dat de dieren elkaar vanuit hun schuilplaats niet kunnen zien. Een goede belichting kan tenslotte zorgen voor een laag ➛aufwuchs op de stenen en hout, wat dan als voedsel kan dienen. Planten in een dergelijke omgeving zijn er nauwelijks. Het beste gaat dat met ➛javavaren of ➛Anubias, welke soorten vasthechten aan genoemde stenen.
Het menu bestaat vooral uit dierlijk voedsel, zoals ➛muggenlarven en kleine kreeftachtigen. Dat kan ook in ➛diepvriesvorm. Sporadisch ➛plantaardig voedsel is genoeg.
Kweken is bij slechts enkele soorten gelukt. Vrijleggers zonder ➛broedzorg, die zowel de eigen eieren als jongen eten. Het verwijderen van de ouders na het afzetten is daarom aan te raden. Plaats bij elke man twee of meer vrouwen.
Freyhof & Serov 2001
Inheems in centraal en noordelijk Vietnam.
Over de beigebruine grondkleur liggen acht tot tien donkere dwarsbanden. De staartwortelband is bijna zwart. De staart is transparant rood. De rugvin heeft een donkere tint, de overige vinnen zijn kleurloos.
Lengte tot 9 cm.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 15 tot 25° C
pH: 6-8 dH: 4-12 fH: 7-21 ppm: 70-200
Kopen: ok.