= gebroken killivis.
Klein geslacht van tandkarpers met 4 soorten uit de familie van de ➛Procatopodidae.
Slank gebouwde killivissen uit West-Afrika met een gestroomlijnd lichaam, zijdelings afgevlakt. De kop is spits met toch een stompe snuit en sterk bovenstandige bek, de ruglijn vlakker dan de buiklijn, de rug- en aarsvin ver naar achteren geplaatst en de borstvinnen zijn puntig en achterwaarts omhoog gericht: typerend voor vissen die nabij het oppervlak leven. R. nimbaensis vormt hierop een uitzondering.
Groepsvissen, al kan van schoolvorming niet echt sprake zijn. Houdt ze met acht exemplaren als minimum. Zorg voor een dichte beplanting met een deel open zwemruimte, met enige stroming. Dek het aquarium goed af, de dieren doen geregeld een sprong.
Als voedsel niet te grof ➛dierlijk voedsel van uiteenlopende aard, denk aan kleine kreeftachtigen, muggenlarven en fruitvliegen
De kweek is in de regel eenvoudig, waarbij dagelijks eieren tussen planten of op een ➛kweekmop worden afgezet. Zet daartoe enkele vrouwen en een man apart. Om de opbrengst hoog te houden kunnen de eieren beter dagelijks worden verwijderd, de meeste soorten doen aan ➛eierroven. Eieren komen in twee weken uit en eten direkt Artemia formaat ➛jongbroedvoer. Jongen zijn geslachtsrijp in 5 tot 7 weken.
Daget 1962
Inheems in de Mamou rivier, een zijarm van de Kaba in Guinee in West-Afrika, in kleine beken en rivieren.
Vorm als bij het geslacht beschreven, vinnen geel, bleek oranje of rozig.
Lengte tot 45 mm.
Over de kweek zijn geen gegevens.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 18 tot 26° C
pH: 6-7 dH: 8-12 fH: 14-21 ppm: 130-200
Een kwetsbare soort.
Daget 1962
Verspreiding over noordelijk en centraal Guinee, in bosbeken met een zandbodem, in scholen zwemmend in open water.
Vorm als bij het geslacht vermeld. Mannen blauwwit van kleur, in de staart aan de onderzijde een blauwe rand. Vrouwen neutraal grijzig bruingeel.
Lengte ♀ tot 30 mm, ♂ tot 35 mm.
Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht beschreven. Ouders laten eieren en jongen in de regel met rust.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 18 tot 26° C
pH: 5-7 dH: 4-12 fH: 7-21 ppm: 70-200
Daget 1948
Inheems rond de Nimba bergen op de grens tussen Guinee, Liberia en Ivoorkust, in hoger gelegen water in bosgebied.
Kloeker van vorm dan de andere soorten, met een hoog, zijdelings afgeplat lichaam. Naar de staartwortel versmalt het lichaam echter weer tot, voor het geslacht, meer gebruikelijke proporties. Kleur groenig tot blauwig zilverwit, vrouwen bruingeel. Vinnen bij mannen puntiger en deels groenig of blauwig gekleurd, bij vrouwen transparant en afgerond.
Lengte tot 45 mm.
Redelijk vreedzame dieren, al kunnen mannen onderling erg onverdraagzaam zijn. Pas op met hoge temperaturen.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 18 tot 24° C
pH: 6-7 dH: 4-12 fH: 7-21 ppm: 70-200
Een kwetsbare soort.