= afgeleid van Piper.
Orde van bloeiende planten uit de klasse van de ➛Spermatopsida. De enige aquariumplant binnen de orde is het Leidse plantje, dat onder de familie van de ➛Saururaceae valt.
= drinkschaal.
Monotypisch geslacht van waterplanten uit de familie van de ➛Araceae.
De enige soort is de P. stratiotes.
Linneaus 1753
Mosselplant, watersla
Wereldwijd in de tropen en subtropen op allerlei water te vinden.
Rozet vormende drijfplant met spatelvormige, dicht behaarde lichtgroene, ongesteelde bladeren met tot 11 nerven, die verdiept liggen. Wortels lang, blauwig wit. In het aquarium blijven de planten aanzienlijk kleiner dan het hier aangegeven maximum.
Hoogte tot 70 cm, breedte tot 50 cm.
Makkelijke planten, die in de lichtkap echter wel enige ruimte vragen. Een ➛aquascape is hier duidelijk in het voordeel. Veel licht en voedingsrijk water geven de beste groei. Verder weinig eisend. De snelle groei en aanmaak van ➛uitlopers vraagt geregeld onderhoud. In veel gebieden een lastig onkruid. Ondanks het vaak beweerde tegendeel is condenswater geen probleem: dat loopt van de bladeren af.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 20 tot 30° C
pH: 6-8 dH: 0-30 fH: 0-53 ppm: 0-500 KH: 1-24
= afgeleid van Pithophora.
Familie van groene algen uit de stam van de ➛Chlorophyta. Enkele bekende geslachten daaruit zijn ➛Aegagropila en ➛Cladogonium, de eerste een zeer gewaardeerde plant, de tweede een zeer gevreesde parasiet bij kreeftachtigen.