= afgeleid van Physa.
Blaashoornslakken
Familie van longslakken uit de klasse van de ➛Gastropoda, inheems op het noordelijk halfrond in gematigde en koudere gebieden. De slakken zijn weinig eisend en tolerant, ook met vrij hoge mate van vervuiling. Ze leven van ➛algen, ➛detritus, ➛biofilm en organisch afval.
Enkele soorten zijn terug te vinden in aquaria en komen uit de geslachten Aplexa, ➛Physa en Physella.
= met een bedekte blaas.
Geslacht van planten met meer dan 10 soorten uit de familie van de ➛Lamiaceae.
Planten uit Noord-Amerika met opgaande stengels, met kruiswijs staande, kort gesteelde, spoelvormige groene bladeren met een gekartelde rand, eindigend in een punt. Bloemen eveneens kruiswijs, met vele tientallen bijeen op een aar aan het eind van de stengel. Soms met zijaren.
De enige geschikte soort is als tuinplant al jaren in cultuur:
Blake 1915
Scharnierbloem
Inheems langs de zuidoostkust van Noord-Amerika, op vochtige en natte plaatsen, ook in laagland.
Moerasplant. Boven water tot een meter hoog. Bladeren onder water in een rozet, meer langwerpig eivormig, aan de top afgerond, niet spits. Bloemen roodachtig paars.
Hoogte tot 10 cm, breedte tot 15 cm.
Weinig eisende plant, die echter langzaam groeit. Schakelt makkelijk om naar submers. Zorg voor voldoende licht en voeding, anders blijft alleen een kommervorm over. CO₂ is ook effectief. Enigszins winterhard.
Te vermeerderen door het vormen van adventiefplanten aan los drijvende bladeren
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 10 tot 25° C
pH: 5-8 dH: 4-12 fH: 7-21 ppm: 70-200