= strandje.
Klein geslacht van moerasplanten met 3 soorten uit de familie van de ➛Plantaginaceae.
Grasachtige, in rozetten groeiende planten met spitse, vlezige groene bladeren, die voornamelijk langs oevers van voedselarme beken en vennen voorkomen. Deze staan gedurende perioden onder water, soms permanent. Bloei vindt alleen boven water plaats, onder water vermeerderen de planten zich door ➛uitlopers, en vormen daarmee een veldje. De vanuit een kort rizoom groeiende, priemvormige bladeren lopen naar de voet toe in een schachtvorm.
De bloei is bijzonder: de bruinig witte bloemen zijn ➛eenhuizig, tot vier mannelijke bloemen staan elk op een lange, dunne steel, de vrouwelijke zitten aan de voet daarvan, net boven de op een dikke steel staande schutbladeren.
Eén soort heeft zich sinds kort met enige moeite als aquariumplant bewezen:
Ascherson 1864
Oeverkruid
Afkomstig uit Europa, in Nederland en België een zeldzaamheid.
Stevige, rechtopstaande, ronde groene sprieten. Onder water korter en dikker dan er boven.
Hoogte tot 7 cm, breedte tot 3 mm.
Een moeilijke, erg traag groeiende plant. Kan met vrij weinig ➛licht en voeding toe, ➛CO₂-bemesting is wel aan te raden. Gevoelig voor hoge temperaturen. Voor het onverwarmd aquarium meer geschikt.
Eenvoudig te vermeerderen door het afnemen van gewortelde uitlopers.
Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.
Temperatuur: 10 tot 26° C
pH: 5-7 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
Tot dusver in aquaria nog een zeldzaamheid.