NimbochromisNimbochromis livingstonii

Nimbóchromis

= regenwolk cichlide.

Klein geslacht van cichliden met 5 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.

Wat grotere ➛muilbroedende cichliden uit het ➛Malawimeer in de riftvallei in Oost-Afrika. Langwerpige en hoge vissen met een zijdelings sterk samengedrukt lichaam. De buiklijn loopt vlakker dan de ruglijn, die bij de kop sterk naar beneden afbuigt. Hierdoor hebben de dieren een lage, spitse snuit, welke is voorzien van een diepe, eindstandige bek, typerend voor roofvissen. Nabij de staart buigen rug- en buiklijn gelijkmatig omhoog tot de staartwortel met een driehoekige staart. De lange rugvin begint ter hoogte van de kieuwdekselrand. De aarsvin is meer dan de helft korter.

In het wild typische hinderlaagrovers die tussen planten of stenen hun prooi afwachten, met een slechts beperkte actieradius. De typische tekening van de dieren helpen bij het 'voor dood' spelen, tot een hongerige prooi het lijk komt onderzoeken om dan zelf als maal te eindigen. Behalve op die manier wordt ook in kleine groepen op prooi gejaagd.

Mannen kunnen onderling nogal agressief zijn, de vissen leiden in de natuur een solitair leven. Meerdere mannen vragen dan ook veel meer ruimte. Aanbevolen wordt de dieren in een harem met minimaal drie vrouwen te houden, zodat de agressie zich over meerdere slachtoffers verdeelt. Pas op met al te kleine medebewoners, deze kunnen als maaltijd eindigen. Naar vissen die niet als prooi worden gezien vreedzaam.Zorg voor voldoende schuilplaatsen. Een zanderige bodem en de nodige beplanting komen goed overeen met de natuurlijke leefomgeving.

Ondanks hun roofzuchtige aard zijn de dieren niet moeilijk met alternatief voedsel als wat grover ➛levend voer, ➛diepvriesvoer en zelfs ➛droogvoer. Ook plantaardig voer wordt gewaardeerd. Vermijd wel zoogdiervlees, dit i.v.m. de daarin aanwezige vetten die tot ➛bloat kunnen leiden.

De kweek is meestal lastig. Zorg voor een platte steen voor het afzetten van de eieren. De vrouw legt steeds een lijn van eieren, waarna de man haar plaats inneemt om de eieren te bevruchten. Vervolgens neemt zij zijn plaats weer in om de bevruchte eieren in de bek te nemen en vervolgens weer eieren te leggen. Bij de eivlekken dragende soorten worden de eieren in de bek bevrucht. Het muilbroeden wordt aldus, als bij veel cichliden uit het meer, door de vrouw uitgevoerd, de man bemoeit zich er verder niet mee, deze bevrucht eieren van meerdere vrouwen. Eenmaal vrij zwemmend, na zo'n drie weken, zijn de jongen groot genoeg voor ➛Artemia formaat ➛jongbroedvoer.

livingstónii

Günther 1894

In het gehele Malawimeer te vinden, meestal in ondiep water, maar ook tot op ruim 100 meter diepte.

Nimbochromis livingstonii
Nimbochromis livingstonii. © ➛J. de Lange

Vorm als bij het geslacht vermeld. Op de beigewitte huid liggen grote donkerbruine vlekken regelmatig verspreid die ook vaak enige overlap vertonen. Mannen vertonen altijd wel enige blauwkleuring, die in de paartijd versterkt. Het sterkst doet de blauwkleuring op de kop voor, sommige exemplaren kleuren echter geheel blauw. Vrouwen missen de blauwe accenten. Rug- en aarsvin zijn bij beide geslachten van een smalle zoom voorzien, in lichtblauw, wit of geel, bij vrouwen minder sterk gekleurd.

Lengte ♀ tot 22 cm, ♂ tot 25 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als vermeld bij het geslacht. Niet erg moeilijk te kweken, tot 100 eieren worden afgezet.

Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.

Temperatuur: 24 tot 28° C

pH: 7-9   dH: 12-30   fH: 21-53   ppm: 200-500

Kopen: ok.