= naar Duits ichthyoloog Klausewitz.
Monotypisch geslacht van karperzalmen uit de familie van de ➛Crenuchidae.
De enige soort is de zelden aangeboden K. ritae.
Géry 1965
Afkomstig uit de Amazone rivier, op de grens tussen Peru en Brazilië in Zuid-Amerika.
Een zeer kleine karperzalm met een slank en langgerekt lichaam, zijdelings afgeplat. De kop is relatief groot, de bek iets bovenstandig. De vrij dunne staartwortel is lang. De rugvin is vrij ver naar achteren geplaatst en veel kleiner dan de lange aarsvin. De laatste heeft verlengde voorste vinstralen, als de meeste andere karperzalm geslachten. De vinnen zijn alle doorzichtig, een vetvin ontbreekt. De kleur is transparant groenig blauw, met daarover een fijn patroon van wat gekreukelde, groenzwarte, in het midden 'gebroken', dwarsbanden.
Lengte tot 25 mm.
Vreedzame vissen die in de paartijd echter ➛territoriaal kunnen zijn. Houdt de vissen bij voorkeur in een kleine ➛school van minimaal acht dieren, liefst enkele vrouwen per man. Vermijd al te grote of robuuste medebewoners om schuwheid te voorkomen. Zorg voor de nodige beplanting voor beschutting en het dempen van al te veel ➛licht. Ook het gebruik van ➛herfstbladeren op de bodem kan daarbij helpen.
Over de moeilijke kweek is weinig bekend.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 23 tot 28° C
pH: 5-6 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
Geen ➛IUCN status.
Grondsoort bestaande uit plaatjes van maximaal 2 µm grootte, in tegenstelling tot korrels, zoals ➛zand. De plaatjes zijn aan weerszijden tegengesteld geladen en binden daardoor voedingsstoffen goed, wat dit type grond vruchtbaar maakt. Ook houdt klei, door de plaatjesvorm, lang water vast.
Deze eigenschappen zijn niet alleen voor de landbouw interessant, maar ook voor aquariumplanten die aan een voedingsrijke bodem de voorkeur geven, zoals ➛waterlelies. In de handel zijn daarvoor verschillende producten te krijgen, onder meer ➛kleikorrels en ➛lateriet.
In de handel verkrijgbare ronde bolletjes ➛klei van ruim een centimeter in doorsnee. Bemest met een ijzerpreparaat zijn deze met name bedoeld voor planten die hoofdzakelijk hun voeding via de wortels opnemen, zoals ➛moerasplanten.
Kleikorrels zijn gedroogd, dus ongebakken en worden onder water vrij snel weer zacht. Aanbrengen in de aquariumbodem van een bestaand aquarium dient daarom snel te gebeuren. Druk de kleikorrel zo diep mogelijk in de ➛bodem om bij onderhoud daaraan geen wittige mist op te dwarrelen, deze is erg fijn en blijft lang in het water hangen.