= staafblad.
Kiezelwieren, diatomeeën
Stam van symmetrische, eencellige ➛algen met een uitwendig skelet van kiezel of silica, SiO₂, dat uit twee nauw sluitende helften bestaat.
Daarvan bestaan ruim 10.000 soorten, variërend van 10 tot 100 micrometer. Kiezelwieren bevatten bladgroen, waarvan de groene kleur door de aanwezigheid van vooral roodbruine pigmenten wordt verdoezeld, en zijn ➛fotoautotroof.
Kiezelwieren vermeerderen zich uitsluitend door deling. Onder gunstige omstandigheden kan dit zeer snel verlopen en is er sprake van diatomeeënbloei. Diatomeeën staan aan de basis van menige voedselketen.
In het aquarium zijn ze daar te vinden waar de belichting gebrekkig is, zoals op de onderkant van ruiten, op stenen en hout, of bij te weinig ➛verlichting of verouderde Tl-buizen. Een roodbruine aanslag is dan te zien, die zich van ruiten eenvoudig laat verwijderen, bijvoorbeeld met een ➛algenmagneet.
Na verloop kan zich een wat dikkere laag ontwikkelen die diatomeeënslib of -mat wordt genoemd.
= naar een Aborigine naam.
Waterhyssop
Omvangrijk geslacht van moerasplanten met ten minste 70 soorten uit de familie van de ➛Plantaginaceae.
Eenjarige of overblijvende planten met opgaande stelen, waarbij de bladeren kruiswijs of in een krans rechtstreeks op de steel zitten. Bladeren zijn gaaf gerand, rond tot lijnvormig
Bacopa's komen wereldwijd voor, maar vooral in Noord- en Zuid-Amerika. Het zijn voornamelijk moerasplanten.
Voor aquaria zijn enkele soorten interessant. De verzorging is over het algemeen niet moeilijk, de planten vragen vooral redelijk veel ➛licht. Vermeerderen is eenvoudig. Laat na het ➛toppen de oude stengels staan; deze lopen weer opnieuw uit.
Souza 2001
Inheems in het zuiden van Brazilië.
Opgaande stelen die al snel neerbuigen en aldus een deken over de bodem vormen. Bladeren rond en gewelfd, direkt op de steel zittend.
Hoogte tot 30 cm, breedte tot 40 mm.
Een weinig eisende plant. De bladeren kleuren bij veel licht enigszins roodachtig.
Vermeerderen als andere Bacopasoorten.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 15 tot 30° C
pH: 6-8 dH: 0-30 fH: 0-53 ppm: 0-500
Robinson 1908
Deze plant is inheems in het zuiden van de Verenigde Staten, waar het groeit in moerassig gebied met wisselende waterstanden.
De caroliniana is een opgaande stengelplant met ➛kruiswijs geplaatste bladeren. De groene, ovale en parallel generfde bladeren krijgen bij voldoende licht een bronsachtige kleur, die onder nog intenser licht zelfs roodachtig kleuren. De stengels en bladeren zijn wat stijf en breken daardoor redeijk makkelijk, wat het bijhouden vereenvoudigd. De plant is geschikt voor zowel de middenzone als tegen de achterwand.
Hoogte tot 1 m, breedte tot 5 cm.
Dit is is een makkelijke, weinig eisende plant. Het enige waar het wel om vraagt is voldoende licht.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 15 tot 28° C
pH: 6-8 dH: 4-30 fH: 7-53 ppm: 70-500
Deze plant is lang bekend geweest als B. amplexicaulis.