Tannine of looizuur is een verzamelterm voor in planten voorkomende chemische stoffen. Het is afgeleid van het Latijnse werkwoord tannare, dat looien betekent. Tannine heeft een bacteriewerende werking. Het is bruin van kleur, reden waarom water donker kleurt als er tanninehoudend materiaal aan wordt toegevoegd, zoals ➛herfstbladeren of ➛elzenproppen.
Alhoewel zeldzaam, kan voor vissen uit gebieden met harder water een te hoog tanninegehalte problematisch zijn. Dit uit zich in rusteloos zwemmen en naar lucht happen, om uiteindelijk moeilijk ademend op de bodem te verblijven. Met name in een gezelschapsaquarium met vissen uit verschillende gebieden, die in zacht en zuur water worden gehouden, kan deze situatie ontstaan. Ook een grote hoeveelheid houtdecoratie kan veel looizuur afgeven. De remedie is regelmatig water ➛verversen.
➛Ctenopoma acutirostre
= met trage stappen.
Beerdiertjes
Stam van tot de kleinste meercelligen behorende, rupsachtige diertjes met een rond, langwerpig lichaam met acht poten.
De lengte bedraagt ongeveer 0,5, de breedte 0,2 mm. Deze komen ➛kosmopolitisch voor, meestal in vochtige omgeving op land, bijvoorbeeld tussen ➛mossen, maar ook in zee- en zoet water, tot diepten van bijna 5 km en hoogten tot 6 km.
Daaruit blijkt meteen het incasseringsvermogen van deze dieren. Experimenten wijzen uit dat na invriezen en vervolgens compleet droogkoken de dieren niet schaadt: na tot een korrel te zijn verschrompeld en in water zijn teruggezet, komen ze na enige tijd weer tot leven, ongedeerd.
Beerdiertjes voeden zich met alle mogelijke voedingsstoffen, hetzij plantaardig, dierlijk, aas of afval. Ook komen enkele parasitaire soorten voor, al zijn er in het aquarium geen bekende voorvallen, mogelijk omdat de aangerichte schade maar gering is.
De zeesoorten zijn van gescheiden geslacht en planten zich gedurende het hele jaar voort. In zoet water zijn mannen zeldzaam en vindt vooral ➛geslachtloze voortplanting plaats, enkele zijn ➛hermafrodiet.