HermafrodietHeros efasciatus

Hermafrodiet

= naar de Griekse god Hermaphroditus.

Tweeslachtigheid. Hermafrodieten beschikken over zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtsorganen. In sommige gevallen kan een dier zichzelf bevruchten en is er ook sprake van ➛parthenogenese. Meestal moeten dieren toch met een ander paren voor nageslacht.

In de plantenwereld is hermafroditisme veeleer de norm; gescheiden geslachten komen daaronder maar in geringe aantallen voor. Bij dieren is het net andersom. Het komt onder andere voor onder wormen en slakken. Ook komt zogeheten sequentieel hermafroditisme voor: een dier verwisselt gedurende de levensloop van geslacht.

hermaphrodítica

= hermafrodiet, tweeslachtig.

Callitríche

Héros

= held.

Klein geslacht van cichliden met 5 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.

Robuuste vissen met een gedrongen, hoog gebouwd ovaalrond lichaam, zijdelings sterk samengedrukt. Deze komen voor in het tropische deel van Zuid-Amerika, onder meer in het stroomgebied van de rivieren ➛Amazone, Essequibo en Orinoco. De vergelijking met ➛Symphysodon en vooral ➛Uaru ligt voor de hand. De vissen vielen voorheen onder het geslacht ➛Cichlasoma.

De matig spitse kop is vrij groot, met grote ogen, de eindstandige bek is naar verhouding klein. Rug- en aarsvin hebben een groot weekstralig deel: de punt van de aarsvin reikt vaak tot voorbij de driehoekige tot waaiervormige staart. Ook de buikvinnen zijn lang. Typerend is een vast onderdeel in de tekening: in het weekstralig deel van zowel rug- als aarsvin bevindt zich boven elkaar, tegen de lichaamslijn, een ronde, zwarte vlek die door een dwarsband is verbonden. Dit is ook de enige van meerdere dwarsbanden die met het ouder worden zichtbaar blijft. Vrouwen zijn eenvoudig van mannen te onderscheiden door de eenvoudiger kleuren, de ongepaarde vinnen lopen minder spits uit en ze krijgen geen voorhoofdbult met het ouder worden. Enkele soorten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden, met vele naamsverwisselingen als gevolg. De maximale grootte wordt zelden gehaald en blijft rond de 20 cm. Een leeftijd van 12 jaar is geen uitzondering.

Mild agressieve vissen buiten de paartijd, en daardoor geschikt om samen te houden met andere, niet te kleine vissen, zoals andere cichliden, meervallen of mesalen. Solitair gehouden dieren ontwikkelen soms dictatoriale trekken, iets dat in een kleine groep minder snel de kop op steekt. Een dergelijke grote vissen vraagt wel ruimte. In de natuur leven ze in dieper water met weinig stroming waar, door de bruinkleuring er van, weinig licht komt. Plantengroei ontbreekt in de regel. Beschutting wordt gezocht in de nabijheid van boomwortels. Graaflustige dieren, plaats stevige planten in potten tussen stenen, of gebruik planten die op steen en hout hechten, zoals ➛javavaren of ➛Anubias.

Weinig kieskeurig met voedsel, naast levend en diepvriesvoer wordt ook wat grover droogvoer goed gegeten. Geef naast ➛dierlijk voer ook een ➛plantaardig aandeel, waarbij sommige soorten ook graag fruit eten.

De kweek is met een goed kweekkoppel niet bijzonder moeilijk. Deze kan zich vormen uit een groep van drie zowel jonge mannen als vrouwen die met elkaar opgroeien. Behalve H. liberifer zeer productieve dieren die meerdere honderden, soms meer dan 1000, eieren op een substraat leggen. Deze worden zorgvuldig bewaakt en eventueel naar een broedkuil overgebracht. Na uiterlijk 10 dagen zwemmen ze vrij. Voeren kan dan met ➛jongbroedvoer als ➛Artemia of van vergelijkbare grootte.

efasciátus

Heckel 1840

Algemeen in de rivieren Amazone en Xingu, in de trager stromende, diepe delen, in zijrivieren en ondergelopen vlakten, meestal nabij boomwortels en -takken.

Vorm als bij het geslacht beschreven. Bruin groen, met daarover 7 tot 8 dwarsbanden. Deze verdwijnen bij het ouder worden, op de achterste twee na. Rug-, aars- en buikvinnen bruinachtig rood, rugvin met een licht blauwgroene rand. Rond de kieuwdeksel vlekken in dezelfde kleur. Staart nagenoeg kleurloos.

Lengte tot 30 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht aangegeven. Zeer productieve vissen, die tot 1200 eieren afzetten. Deze komen na drie dagen uit.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 22 tot 30° C

pH: 5-8   dH: 0-8   fH: 0-14   ppm: 0-130

Geen IUCN status. Dit is de meest aangeboden soort in de handel, vaak nog onder de oude naam H. appendiculatus. Populair zijn de vormen met een rode keel of geheel rood.