= vochtminnend.
Groot geslacht van bladmossen uit de orde van de Bartramiales met ruim 300 soorten. Eén soort, P. hastata, is beperkt geschikt voor gebruik in open aquaria.
Wijk & Margadant 1959
Komt kosmopolitisch voor in tropisch en subtropisch gebied.
Als vele mossoorten vormt ook P. hastata een dichte mat van korte, frisgroene takjes, die bij het ouder worden donkerder van kleur worden. Hecht zich stevig met ➛rizomen vast aan uiteenlopend substraat.
Hoogte tot 20 mm, breedte tot 2 mm.
Strikt genomen geen aquariumplant en overleeft permanent verblijf onder water niet, maar verblijft graag bij de waterrand op alles wat boven het oppervlak uit steekt. Daarmee bedekt het mos storende elementen met een natuurlijk aanzicht. Bijzonder weinig eisend.
Vermeerderen gaat erg eenvoudig doordat vrijwel ieder onderdeel weer tot een volledige mosplant kan uitgroeien.
Temperatuur: 18 tot 30° C
pH: 5-8 dH: 4-30 fH: 7-53 ppm: 70-500 KH: 0-14
Familie van tweezaadlobbigen in de orde van de ➛Lamiales. De verspreiding is vrijwel wereldwijd, met name in Australië en westelijk Noord-Amerika. Kruidachtige planten of kleine struiken uit woestijn- en berggebied, maar ook vochtminnende planten die vooral langs rivieroevers voorkomen. Enkele daarvan zijn geschikt voor het aquarium en vallen onder de geslachten ➛Glossostigma en ➛Microcarpaea.