= afgeleid van Petromyzon.
Prikken, lampreien, negenogen
Familie van kaakloze, aalvormige dieren uit de orde van de ➛Petromyzontiformes.
Langwerpige, dunne en ronde dieren met en ronde zuigmond en zeven kieuwgaten achter de ogen. Samen met ogen en neusgaten vormen deze negen openingen, wat aldus de naam negenoog verklaart. De naam lamprei wordt meestal als het likken van stenen vertaald. Behalve tanden in ringen in de zuigmond bevinden zich ook enkele rasptanden op de tong. Veel soorten leven een parasitair bestaan. De zuigmond is daarmee goed vergelijkbaar met de zuigmond van bloedzuigers (➛Hirudinea).
Naast de in zee levende zeeprik, Petromyzon marinus, komen in Nederland en België in zoet water twee soorten voor in het geslacht ➛Lampetra.
= afgeleid van Petromyzon.
Prikachtigen
Orde van kaakloze vissen uit de superklasse van de ➛Agnatha of kaaklozen.
➛Primitieve dieren met een ronde zuigmond, voorzien van tanden. De meeste soorten leven in zoet water. Ook enkele ➛parasitaire soorten komen voor.
Drie families vallen onder deze orde; in Nederlands en Belgisch zoet water komen uitsluitend dieren voor uit de ➛Petromyzontidae.
= brutale Anostomus.
Klein geslacht van karperzalmen met 3 soorten uit de familie van de ➛Anostomidae.
Kopstaanders die sinds 2008 uit het geslacht ➛Anostomus in dit eigen geslacht zijn geplaatst. Alle afkomstig uit Zuid-Amerika.
Langwerpige, slanke vissen, zijdelings nauwelijks samengedrukt. De dieren leven nabij de bodem, met de kop neerwaarts gericht. De bek is bovenstandig, vermoedelijk als gevolg van de lichaamshouding. De naam van het geslacht verwijst naar de aldus ontstane gezichtsuitdrukking. Vinnen transparant.
Weinig is over deze dieren bekend, maar gedijen vermoedelijk goed bij een zelfde verzorging als de Anostomus soorten.
Winterbottom 1974
Endemisch in de Nickerie rivier in Suriname, in dichtbegroeid water.
Uiterlijk volgens de geslachtsbeschrijving. Op de groenig goudgele kleur liggen 12 tot 14 smalle, donkerbruine dwarsbanden, waarover vier licht omrande vlekken liggen: achter de kieuwdeksel, onder de rugvin, onder de vetvin en op de staartwortel. Buikvinnen met een witte rand, alle vinnen roodachtig transparant, vooral de staartvin.
Lengte tot 16 cm.
Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.
Temperatuur: 24 tot 28° C
pH: 6-7 dH: 8-12 fH: 14-21 ppm: 130-200
Een bedreigde soort.
Kopen: nee.