Penseelalgen
Penthorum sedoides
PenseelalgenPenthorum sedoides
Verzamelwoord voor een groep van gevreesde roodalgen of ➛Rhodophyta, meestal van het geslacht Audouinella of Rhodochorton. Ook de term baardalg, borstelalg en zwarte puntalg zijn in zwang, maar scheppen vooral verwarring. In Duitsland wordt met 'Bartalg' de grijsgroene, geweiachtige ➛staghorn alg van het geslacht Compsopogon aangeduid, welke duidelijk is te onderscheiden van de hier bedoelde 'Pinselalg'.
Korte ➛algen variërend tussen 5 en 15 mm lang, die als kleine plukjes kwastharen aan allerlei stevige soorten ondergrond groeien, zoals hout, stenen, slakkenhuizen, planten, zelfs garnalen! Soms alleen aan randen, soms hele oppervlakken.
Dit type alg valt onder de roodwieren. In weerwil van deze term zijn deze algen niet rood, maar variëren van grijsgroen, grijs-bruin, roodbruin tot vrijwel zwart.
Bestrijden valt niet mee. Bij een herinrichting van het aquarium alle besmette voorwerpen uitkoken of met heet water overgieten werkt uitstekend. Maar dat is een radicale methode. De beste bestrijding is als bij de meeste algen: zorgen voor de planten. Meestal gaat het met veel planten niet goed in bakken met alg. Specifieke zorg voor noodlijdende planten, met name echte waterplanten, verhoogt de concurrentie, waarbij de algen uiteindelijk vrijwel uit beeld verdwijnen. Probeer uit te vinden aan wélk tekort de planten lijden, en start met gericht bemesten. Meestal ontbreekt een ➛sporenelement. Hiervan zijn betaalbare preparaten in de handel. De alg zelf is gevoelig voor hogere ➛CO₂-waarden.
Klein geslacht van planten met 3 soorten uit de familie van de ➛Haloragaceae.
Stugge stengelplanten tot een kleine meter hoogte uit oostelijk Azië en Noord-Amerika. Bladeren verspreid staand, geelgroen tot groen, smal tot breed lancetvormig, rand enkel of dubbel gezaagd. Kleine, symmetrische bloemen, met 10 of meer zigzagsgewijs op twee tot drie strengen aan de stengeltop.
Eén soort is onlangs als aquariumplant geïntroduceerd. Mogelijk wordt het geslacht geplaatst onder een eigen familie, de Penthoraceae.
Groei als bij het geslacht vermeld. Taaie stengels. Bladrand dubbel gezaagd. Bloemen gebroken wit tot roze.
Hoogte tot 60 cm, breedte tot 12 cm.
Al langer bekend als tuinplant. Een trage groeier, daardoor ook geschikt als voorgrondplant. Internodiën blijven korter met veel licht en toevoeging van CO₂. Bij weinig licht laat de plant de onderste bladeren vallen.
Te vermeerderen door stekken, in de tuin zaait de plant zich gemakkelijk uit. De plant is winterhard. Dat brengt wel het risico van floravervalsing mee.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 10 tot 28° C
pH: 5-7 dH: 4-30 fH: 7-53 ppm: 70-500
