= een haasachtige Acanthicus.
Klein geslacht van meervallen met 4 soorten uit de familie van de ➛Loricariidae.
Meervallen uit het ➛Amazonegebied met grote vinnen en een typische tandbezetting met twee grote 'hoektanden'. Deze staan in de zuignapvormige bek, welke van franje is voorzien. mannen hebben een grotere kop, wat zich het beste van boven laat zien. Ook is hun rugvin groter en dragen ze ➛odontoden. Verder hebben de dieren een naar de staart toe slank lichaam, borst- en buikvinnen staan in het horizontale vlak en hebben een kleine vetvin kort voor de staart. Alle soorten hebben een panterachtige vlekkentekening die een vormverminkend effect hebben, een goede ➛camouflage.
Overwegend vreedzame dieren die ook met andersoortig gezelschap kunnen worden gehouden, zolang het water helder, mineraalarm en zuurstofrijk is. Als ➛rheofiele dieren is een goede stroming aan te raden, wat de keuze in medebewoners beperkt. Onderling en naar andere bodembewoners territoriaal, kies deze daarom met zorg, of beperk de keus tot dieren uit andere waterlagen. Genoemde aquariumgrootten gelden voor een stel, voor een groep is een flink aquarium nodig. In tegenstelling tot andere harnasmeervallen geen uitgesproken planteneters en verlangen een flink deel dierlijk voer, slakken incluis.
Een natuurgetrouw aquarium is voorzien van verschillend formaat rolkeien en een bodem van goed afgerond grind. Ook stukken hout misstaan daarin niet. Voor beplanting zijn stevige moerasplanten of javavaren mogelijk. De eerste vragen wel een dikkere bodemlaag om in te wortelen.
Over de kweek is weinig bekend, van L. galaxias weet men dat deze in holtes broedt tijdens het natte seizoen.
Isbrücker & Nijssen 1989
Verspreid over meerdere rivieren in het Amazonegebied, onder andere de Tocantins en de Amazone, maar ook noordelijker in de bovenloop van de Orinoco.
Uiterlijk als bij het geslacht vermeld. Als jong dier zwart, later meer grijzig van kleur, bezaaid met witte tot geelwitte vlekjes ter grootte van de pupil.
Lengte tot 25 cm.
Verzorging en gedrag als beschreven bij het geslacht.
De kweek is gelukt, maar er zijn geen gegevens bekend anders dan dat het ➛holenbroeders betreft.
Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.
Temperatuur: 22 tot 26° C
pH: 5-7 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
Isbrücker & Nijssen 1989
Afkomstig uit het stroomgebied van de Rio Xingu in Brazilië in kleine beken met helder, snel stromend en zuurstofrijk water.
Vorm als aangegeven bij het geslacht. Grondkleur gelig oranjebruin, met regelmatig verspreide bruinzwarte vlekken, ter grootte van het oog bij jong dieren, later kleiner.
Lengte tot 15 cm.
Verzorging en gedrag als beschreven bij het geslacht.
In de hobby nog niet gekweekt.
Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.
Temperatuur: 22 tot 26° C
pH: 6-7 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200