KHKieuwkreeften

KH

Waterhardheid

Kienhout

De term kienhout is een verzamelterm geworden voor alle ➛hout dat bedoeld is voor aquariumdoeleinden. Oorspronkelijk kienhout echter is fossiel hout dat uit veengrond is opgegraven, in het Engels bekend als bogwood. Na eeuwen in zuurstofarm veen te hebben gelegen is het hout alle voedingsstoffen kwijt en is er alleen nog de houtstructuur over. De kleur is meestal roodbruin en het heeft een typische zijdeglans. Opvallend licht van gewicht moet het meestal lang worden ingewaterd voor het zinkt. Houd rekening met meerdere weken voor grotere stukken.

Kienhout
Kienhout is zelden recht

De tijd dat zelf kienhout kan worden gevonden is, althans in Nederland en België en omgeving, waarschijnlijk voorbij: met het veen is ook het kienhout verdwenen. In Duitsland worden langs de grens met Drenthe nog hier en daar restanten veen afgegraven. Gevonden veenkienhout wordt daar op stapels gegooid, maar is vaak beschadigd en de kwaliteit valt te betwijfelen. Daarbij ligt het hout op privéterrein.

Kienhout kleurt het water, maar er vormt zich zelden een bacterielaag bij ingebruikname. Daarbij is het betrekkelijk zacht en geschikt voor hout etende meervallen.

Kieuwen

Veel waterdieren, met name ➛beenvissen, ➛ademen met kieuwen. Aan weerszijden van de mondholte zijn deze meestal in, of achter, de wang aanwezig, enigszins afhankelijk van de bouw van de vis. In de kieuwspleet, de opening achter de wang, bevindt zich een gebogen been, de kieuwboog, met vele parallelle uitsteeksels, de kieuwplaatjes. Op deze kieuwplaatjes staan dicht op elkaar geplaatste, goed doorbloede secundaire kieuwplaatjes.

Om te ademen moet vers, zuurstorijk water langs deze secundaire kieuwplaatjes worden geleid. Vissen doen dit door de mondholte via de bek te vullen met water en te legen via de kieuwen. De kieuwdeksel die aan de buitenkant de kieuw beschermt, behoedt tevens voor 'valse trek' bij het vullen van de mondholte. Bij het leegdrukken wordt de bek gesloten. Vaak bevindt zich in de bek een terugslagklep in de onderkaak, die de bek afsluit bij het uitademen, en aldus uitstroom via de kieuwen afdwingt en de vis de bek niet (helemaal) hoeft te sluiten. Vooral bij grotere vissen, zoals cichliden, is dat soms goed te zien.

Andere aquariumdieren die met kieuwen ademen zijn ➛garnalen en kieuwslakken.

Bij garnalen bevinden de kieuwen zich in de ➛carapax. Bij de meer doorzichtige dieren zijn deze goed te zien: snel wapperende horizontale vliezen even onder de ogen.

Kieuwslakken zijn klein en hoeven voor voldoende zuurstofopname geen waterstroom langs de kieuw op te wekken. Kieuwen bij slakken steken vanonder de schelp en kunnen allerlei vormen hebben, bijvoorbeeld een klein pluimpje bij de ➛vijverpluimdrager of een aantal uitsteeksels boven de kop bij de ➛torenslak.

Kieuwkreeften

Ergasilus