EI
Bemestingsmethode waarbij planten doorlopend van een beperkte overdosis ➛plantenvoeding worden voorzien. Dit betreft uitsluitend vloeibare plantenvoeding, geen bodemvoeding.
Deze methode komt van de Amerikaan Tom Barr en heeft als doel om planten te vrijwaren van een gebrek aan voedingsstoffen. Volgens de ➛Wet van het minimum stagneert plantengroei zodra van een enkele stof een tekort is, ongeacht hoe overvloedig de overige benodigde stoffen aanwezig zijn.
Doseren met deze methode vereist geen prijzig ➛meten en gaat uit van geschatte waarden, met als uitgangspunten de grootte en mate van beplanting van het aquarium en de hoeveelheid ➛licht en toegediend ➛kooldioxide. Zolang deze ruimschoots aanwezig zijn kan naar behoefte worden bemest. In de praktijk wordt de aanvangsdosering geleidelijk verlaagd tot de plantengroei begint te stagneren, om dan weer licht te verhogen. Wacht na iedere wijziging drie weken de resultaten af. Aldus wordt de dosering aan het bestaande plantenbestand aangepast.
Om het risico van opbouwen van te hoge gehalten aan voedingsstoffen tegen te gaan is het van groot belang geregeld een flinke ➛waterwissel uit te voeren. Veel voedingsstoffen zijn giftig in te hoge concentraties. Tussen wat planten nodig hebben en hoeveel dieren aan stoffen kunnen verdragen ligt in de regel wel enige ruimte. Van enkele garnalensoorten is echter bekend gevoelig te zijn voor deze methode. Zonder opname door planten zal de concentratie na enkele weken tot maximaal 2x de toegediende dosering tussen twee waterwissel van 50% oplopen. Bij 25% waterwissels zal dat maximaal 4x de toegediende dosering zijn. Belangrijk is de maximale dosering te bepalen, en daarvan hetzelfde deel te doseren als wat aan ➛water wordt ververst. Al te kleine waterwissels (10-15%) resulteren mogelijk in een te krappe bemesting. Deze methode verbruikt daarom veel water.
Opvallend is het gebruik van kraanwater, uitgaande van de al aanwezige voedingswaarde ervan: aanbevolen wordt al te zacht water met een GH booster op te voeren tot maximaal 10° DH (In Nederland en België is dat vrijwel overal het geval). Slechts een handvol planten zou specifiek zacht water nodig hebben, de rest gedijt prima als dit wat harder is.
Toepassing is eenvoudig: tussen twee waterwissels, om de dag toevoegen van KNO₃ (kaliumnitraat), KH₂PO₄ (kaliumdiwaterstoffosfaat, KDP) en sporenelementen, bij voorkeur verdeeld over 3 keer, bijvoorbeeld om de dag, waarbij wordt uitgegaan van gebruik van kraanwater. Voorwaarden zijn eerder genoemde CO₂ bemesting in voldoende mate (25-35 ppm) en goed gedoseerd licht. Algenproblemen zijn in de regel het gevolg van CO₂-gebrek, een te hoog ➛ammoniumgehalte en soms teveel licht.
Zie de website ➛Barr Report (Engelstalig) voor meer details en dosering.
Middel voor ➛desinfectie, géén geneesmiddel. Voor ontsmetten van aquaria, ➛hulpmiddelen en apparaten is 70 tot 80% ethanol zeer geschikt. Gebruik dit zonder verder te verdunnen.
Ethanol ontvet, handen kunnen er door uitdrogen. Licht ontvlambaar.