= naar een door Aristoteles genoemde nijlvis.
Geslacht van grondels met ten minste 30 soorten uit de familie van de ➛Eleotridae.
Langwerpige, slanke en in doorsnede ronde grondels met een roofzuchtige levenswijze, wereldwijd verspreid in tropisch en subtropisch gebied, met een ongebruikelijk kleine, spitse, van boven afgeplatte kop. De bek heeft een uitstekende onderkaak en scharniert net voor het oog. De kaken zijn met fijne tandjes bezet. De ogen hebben een spiegelende groene of grijze weerschijn. Kenmerkend is een haakvormig been dat van onderkant van de wang langs de rand van het kieuwdeksel loopt. Deze is doorgaans niet zichtbaar, maar wel voelbaar. Twee kort op elkaar staande rugvinnen, de voorste midden op het lichaam, de achterste is twee keer zo groot. De staartvin heeft een ronde waaiervorm, de aarsvin lijkt een kleiner spiegelbeeld van de tweede rugvin. Buikvinnen niet vergroeid. De grote, ronde borstvinnen hangen in rust op de grond. Alle vinnen zijn afgerond. De ➛camouflage bestaat uit een vormverminkende tekening met onopvallende bruine tinten.
Als alle grondels typische bodemdieren, die in de schemering actief worden. Overdag rusten ze in een schuilplaats. Deze kunnen daarom beter ruim voorhanden zijn, bijvoorbeeld van stenen en hout. Hinderlaagrovers die liggend op de bodem wachten op prooi, houdt ze alleen met soorten die niet als voer zullen eindigen, dat houdt in vergelijkbaar met hun eigen lengte. Wildvang dieren hebben baat bij een zouttoevoeging van 5 tot 15 g/l, wat de keuze in planten drastisch beperkt.
Temminck & Schlegel 1845
Inheems in Japan, het Koreaans schiereiland, de Chinese kust tot in noordelijk Vietnam, de eilanden Taiwan en Hainan inbegrepen, bij riviermondingen, in de benedenloop van rivieren, lagunes.
Tekening op de flanken variabel van licht- tot donkerbruin, afhankelijk van de omgeving, met een subtiel patroon van lengtestrepen tussen de schubben. De brede rug is altijd lichtbruin. Vinnen kleurloos, de vinstralen daarentegen zijn afwisselend licht- en donkerbruin gevlekt, waardoor dwarslijnen ontstaan. Vanaf het oog lopen twee donkere lijnen naar achteren.
Lengte tot 25 cm.
Gezien de voorkeur voor brak water is een zouttoevoeging van 5% aan te raden. De kweek is nog niet gelukt. In de natuur worden eieren gelegd in holtes, die door beide ouders worden bewaakt. De ouders eten niet gedurende deze periode. In de natuur ➛amfidroom: de jongen stromen naar zee, waar ze opgroeien. Eenmaal volwassen keren ze terug. Overwintert in de modderige bodem.
Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.
Temperatuur: 20 tot 26° C
pH: 7-9 dH: 8-30 fH: 14-53 ppm: 130-500
Kopen: ok.
= tot het moeras behorend.
Waterpest
Klein geslacht van waterplanten met 6 soorten uit de familie van de ➛Hydrocharitaceae.
Snel groeiende echte waterplanten. Ze leven alle uitsluitend in zoet water. De doorzichtig, donkergroene bladeren staan in kransen van drie blaadjes rond de breekbare stengel. De planten wortelen niet of nauwelijks en nemen hun voedingsstoffen rechtstreeks uit het water op. Enkele soorten, die voorheen onder dit geslacht vielen, zijn ondergebracht bij ➛Egeria. Deze hebben kransen van vier of meer heldergroene blaadjes, zijn groter en staan dichter op elkaar.
Alle soorten komen oorspronkelijk uit beide Amerika's, maar leven intussen verwilderd op vele plaatsen wereldwijd en zorgen soms voor verdringing van de oorspronkelijke waterflora.
Michaux 1803
Brede waterpest
Inheems in Noord-Amerika en Canada, maar door uitzetten elders in het begin van de 19ᵉ eeuw inmiddels een ➛kosmopoliet. In Nederland en België wordt de plant beschouwd als ingeburgerd.
Uiterlijk als beschreven bij het geslacht. Bladpunten stomp en fijn vertand.
Hoogte tot 3 m, breedte tot 30 mm.
Eén van de gemakkelijkst te houden planten, ook zeer geschikt voor onverwarmde aquaria, met of zonder kunstlicht. Ook prima bruikbaar tegen ➛algen. Groeit het best bij kamertemperatuur.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 10 tot 25° C
pH: 6-8 dH: 4-30 fH: 7-53 ppm: 70-500
In Nederland komen alleen de vrouwelijke planten voor en vermeerdert de plant alleen vegetatief.