AmfidroomAmmannia latifolia

Amfidroom

Levenswijze waarbij waterorganismen gedurende hun ontwikkeling naar volwassen dier van zoet naar zout water migreren (katadroom) of omgekeerd (anadroom). Als volwassen dier keren ze weer terug naar hun geboortegrond voor de ➛voortplanting. Soms worden daarvoor indrukwekkende trektochten gemaakt.

amiéti

= naar de Franse zoöloog Amiet.

Fundulopanchax

Ammánnia

= naar Zwitsers botanicus Ammann.

Groot geslacht van moerasplanten met ten minste 100 soorten uit de familie van de ➛Lythraceae.

Stengels vormende planten met een wereldwijde verspreiding. Bewoners van vochtig gebied met getijdeninvloed of anderszins wisselende aard, dikwijls in ➛brak water. Doorgaans dikke, luchtige stengels die bij voldoende licht rood kleuren. De kruisgewijs staande, zittende (sessiele) bladeren zijn rond tot langwerpig lancetvormig.

Vermeerderen gaat als bij andere stengelplanten door het afnemen van zijtakken, of door een top af te nemen, waarna op het restant zijscheuten ontstaan.

Sinds 2011 is onder meer het eveneens aquariumplanten bevattende geslacht Nesaea hierin opgenomen.

capitelláta

Presl 1828

Inheems op Madagaskar en omliggende eilanden, Kenia, Tanzania, India en Sri Lanka in allerlei water op zonnige plaatsen.

Groeiwijze als aangegeven bij het geslacht. Groene planten die bij voldoende licht geel- tot roodbruin kleuren.

Hoogte tot 50 cm, breedte tot 10 cm.

Een snelle groeier, zolang voldoende licht, voeding en CO₂ aanwezig zijn. Eén van de makkelijker soorten.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 20 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200   KH: 0-15

De taxonomische status van deze plant is nog onduidelijk.

grácilis

Guillemin & Perrottet 1833

Inheems in moerasgebied in West-Afrika.

Vorm als vermeld bij het geslacht. Spoelvormige, bruinig rood gekleurde bladeren met soms een licht golvende rand, uitlopend in een punt, en donkere stengels.

Ammannia gracilis
Ammannia gracilis. © ➛B. Laurens

Hoogte tot 60 cm, breedte tot 15 cm.

Een populaire soort die vrij snel groeit en onder de juiste omstandigheden een krachtige rode kleur toont. Dit vraagt echter wel veel licht en ➛sporenelementen. Vooral ijzergebrek ligt op de loer, wat zich vertaald in een vale kleur. Een hoog nitraatgehalte kan leiden tot groene bladeren.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 28° C

pH: 6-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Deze plant wordt vaak verkocht onder de naam A. senegalensis, maar deze is beslist minder rood en heeft afhangende en opgerolde bladeren.

latifólia

Linneaus 1753

Inheems in tropisch en subtropisch Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, met name het kustgebied.

Groeiwijze als bij het geslacht vermeld. Boven water tot een meter hoog, onder water als aangegeven. Ovaal ronde, leerachtige bladeren. Bij voldoende licht kleuren de bladeren aan de top rood of paars.

Hoogte tot 40 cm, breedte tot 12 cm.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 20 tot 30° C

pH: 5-8   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300