DiffusieDiodia kuntzei

Diffusie

Vermenging van twee of meer stoffen, in het aquarium in de regel het oplossen van stoffen in water. Stoffen die in water oplossen verdelen zich daar zo optimaal mogelijk over. Vul een bakje met water, leg een bultje suiker in een hoekje op de bodem en kom na enige uren terug: het bultje is weg en de concentratie van de suiker is overal gelijk.

Diffusie
Diffusie. © AquaMecuM
De stof is gediffundeerd, ofwel suiker en water hebben zich optimaal over elkaar verdeeld.

Diffusie is een essentieel proces voor veel lichaamsfuncties en maakt het mogelijk te leven op plaatsen waar dat anders onmogelijk zou zijn. Zo verspreid ➛zuurstof zich ondanks gebrek aan stroming, bijvoorbeeld naar plantenwortels in een grindbodem. Ook door barrières als celwanden heen gaat de diffusie door: ➛osmose.

Omstandigheden die de diffusie beïnvloeden zijn temperatuur, waarbij een hogere temperatuur het proces versnelt; en molecuulgrootte: grotere moleculen diffunderen trager dan kleinere.

Dimorfie

= tweevormig.

Ook bekend als dimorfisme. Duidt op een verandering of onderscheid binnen een soort. Dat kan een ➛metamorfose zijn of anderszins het ingrijpend veranderen tijdens de ontwikkeling van jong naar volwassen dier. Meestal betreft het het onderscheid tussen beide geslachten en is er sprake van geslachtsdimorfie. Zie ook ➛geslachtsonderscheid.

Dinoflagellaten

= wervelende zweepdiertjes.

Groep van ➛flagellaten met een karakteristieke, spiralende beweging.

Diódia

= (langs het) pad.

Geslacht van moerasplanten met ten minste 20 soorten uit de familie van de ➛Rubiaceae.

Kleine kruidachtige planten en enkele struiken met opgaande, ronde of vierkante stengels waaraan tegenoverstaande, ➛sessiele bladeren, soms met een korte steel. In de bladoksels soms korte zijscheuten (kortloten) met twee bladeren. De meestal viertallige bloemen eveneens zittend in de bladoksels, of aan het eind van de stengel, wit, roze of lichtpaars. Kroonbladeren aan de binnenzijde deels behaard.

Verspreiding van Noord- tot en met Zuid-Amerika inclusief de Caraïben en Afrika, altijd op vochtige grond.

Enkele soorten zijn redelijk geschikt gebleken voor gebruik in het aquarium maar nog niet erg bekend.

kúntzei

Schumann 1888

Diodia kuntzei
Diodia kuntzei
Afkomstig uit Zuid-Amerika, met het noorden van Argentinië als zuidelijkste punt.

Groeiwijze als vermeld bij het geslacht. Smal elliptische bladeren, licht neergebogen, aan de top rood kleurend bij voldoende licht. Bloemen wit.

Hoogte tot 50 cm, breedte tot 8 cm.

De plant verdraagt weinig tot veel licht. CO₂ helpt, maar kan ook zonder. Wortelt sterk.

Te vermeerderen door afnemen van zijscheuten, bijvoorbeeld door na het ➛toppen de oude stengel te laten staan.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 20 tot 30° C

pH: 5-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Wordt ook wel aangeboden als Hygrophila sp. 'Pantanal'.