= afgeleid van Corixa.
Duikerwantsen
De familie van de duikerwantsen bevat waterwantsen of ➛Nepomorpha uit de orde van de Hemiptera, waar bijvoorbeeld ook bladluizen toe behoren. Ongeveer 500 soorten zijn bekend, waarvan vele moeilijk uit elkaar zijn te houden.
Het achterste potenpaar bestaat uit twee lange, krachtige zwempoten. Met het middelste lange paar houden de dieren zich vast op de bodem of planten, aangezien ze veel lichter zijn dan water. Behalve zwemmen kunnen deze wantsen ook prima vliegen. De dieren verversen geregeld de zilverachtige luchtlaag rond hun lichaam door zich naar boven te laten stijgen, kort aan het oppervlak te plakken en snel al buitelend weer naar de bodem te duiken. De bel fungeert tevens als ➛fysische kieuw. Het zijn meest planteneters, al komen ook rovers voor binnen deze familie.
Duikerwantsen worden nogal eens met ➛bootsmannetjes verward. Deze zwemmen echter op de rug en bevinden zich vrijwel voortdurend ondersteboven aan het wateroppervlak, terwijl duikerwantsen vooral bodembewoners zijn.
Voor grotere vissen kan de gewone duikerwants een uitdagende prooi zijn: met ruim een centimeter zijn ze aardig aan de maat en bovendien snel en wendbaar. Eenmaal op de bodem zijn ze lastig te ontdekken. In grote aantallen vangen is echter geen optie: deze dieren hangen niet met wolken in de sloot. Duikerwantsen vormen geen risico voor volgroeide aquariumdieren, voor jongbroed kunnen soorten van het geslacht Cymatia een risico vormen.