= gekleurde botia.
Monotypisch geslacht van karpers uit de familie van de ➛Botiidae.
De enige soort hierin, C. macracanthus, viel voorheen onder het geslacht Botia. Dit geslacht is recentelijk opgedeeld, als beschreven bij de familie. Chromobotia kenmerkt zich door het afwijkende kleurpatroon en nog enkele kleine morfologische verschillen ten opzichte van de andere soorten.
Bleeker 1852
Clownmodderkruiper
Inheems op Borneo en Sumatra. De vissen leven in de luwe delen van grotere rivieren.
Typische ➛Botia-vorm met de rechte buiklijn vanaf de bek tot de staart. Jonge dieren hebben een opvallend geel-oranje grondkleur, die met de jaren steeds meer vaalgeel wordt, waarbij de rug steeds donkerder wordt. Drie bruin-zwarte dwarsbanden die bovenaan breed en onderaan smaller worden. Afhankelijk van de lokale variant halen die de buik of niet. De vrij kleine bek draagt vier baarddraden.
Bij bedreiging beschikt de vis over een uitzetbare stekel onder het oog. In rust ligt deze achterwaarts in een groef.
Lengte tot 30 cm.
Een vreedzame vis die zich, anders dan soorten uit het geslacht Botia, geregeld laat zien. Een echte gezelschapsvis die het best in een groepje van minimaal vijf dieren kan worden gehouden. Niet kieskeurig met eten, maar zijn niet met alle voer even handig. Met slakken echter wel, deze worden met een kloppend geluid genadeloos uit hun huis gezogen.
Veel schuilplaatsen voorkomt dat de dieren nooit zijn te zien, maar vermijd daarbij wel scherpe randen en stekels; de dieren zetten zich graag klem tussen twee wanden.
Een populaire vis die mogelijk wat minder populair zou zijn als kopers zich zouden realiseren dat deze vis tot 30 cm kan uitgroeien en meer dan 20 jaar (!) oud kan worden. En daar dan ook nog een groepje van!
De kweek is nog niet gelukt, commercieel mogelijk wel, met hormoonbehandeling. De meeste dieren zijn dus wildvang.
Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.
Temperatuur: 24 tot 30° C
pH: 5-7 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200 KH: 2-4
Deze vis is erg gevoelig voor ➛witte stip, vooral bij lagere temperaturen.
Kopen: ok.
= kleurlichaam.
Dragers van erfelijk materiaal in de vorm van compact opgerold ➛DNA.
Een chromosoom bestaat uit twee strengen DNA, die met een centromeer (knooppunt) aan elkaar gekoppeld zijn, waardoor een paar ontstaat. Chromosomen zijn zelf ook weer in paren aanwezig, elke cel bevat daarom altijd een even aantal chromosomen.
Chromosomen zijn te zien als een set boeken met de beschrijving van het lichaam waar het onderdeel van uitmaakt. ➛Genen zijn binnen dat beeld te zien als hoofdstukken die elk een eigenschap beschrijven.