H₂S
Een zeer giftig gas met een sterke, onaangename geur, bestaande uit een verbinding van ➛zwavel en ➛waterstof. Ook bekend als rotte-eieren-gas.
Dit ontstaat bij rottingsprocessen, meestal bij ➛bodemrot, als het in de vorm van gasbellen onregelmatig uit de bodem vrijkomt. Ook een te dikke laag ➛detritus of een ➛filter dat lang heeft uitgestaan en ongereinigd weer wordt aangezet kan zwavelwaterstof opleveren. Een voordeel is dat de sterke geur al snel de aanwezigheid ervan verraadt.
De remedie is helder: schoonmaken van de verontreinigde bronnen, bodem en filter. Een overweging kan zijn al te fijn zand door een iets grovere variant te vervangen. Een filter moet altijd worden schoongemaakt na enige uren te hebben stilgestaan.
Veel vissen kunnen moeiteloos op gelijk hoogte in het water blijven zweven dankzij de aanwezigheid van een zwemblaas.
De zwemblaas is een meestal met gas gevulde zak, die bij de hogere ontwikkelde vissen, de physoclisten, wordt gereguleerd door een gasklier. De gasklier wisselt in het bloed opgeloste gassen uit met de zwemblaas. Snel gaat dat niet: vissen die snel van diepte veranderen moeten in eerste instantie met hun vinnen op- of neerwaartse beweging compenseren. In het aquarium zijn de diepteverschillen te gering om dit waar te nemen.
Primitievere vissen, physostomen genaamd, hebben een open zwemblaas die met de keel is verbonden. Deze vissen reguleren de hoeveelheid lucht in de zwemblaas door atmosferische lucht in te nemen met de bek.
Bij zoetwatervissen is de zwemblaas meestal gevuld met een gas dat lijkt op atmosferische lucht. Bij diepzeevissen is dat bijna alleen maar zuurstof. Enkele soorten hebben een met olie gevulde zwemblaas.
Problemen aan de zwemblaas kunnen worden veroorzaakt door een sterke verandering in ➛temperatuur, bijvoorbeeld tijdens een ➛waterwissel. In de regel hersteld dit zich vrij snel. Anders wordt het bij een ➛zwemblaasontsteking of -verlamming.
Infectie van de zwemblaas, veroorzaakt door ➛bacteriën. Treedt vaak als bijverschijnsel op bij buikwaterzucht, ➛Ascites. De zwemblaas is gevuld met een onwelriekende vloeistof, waarbij de buik is opgezet. Zwemmen gaat nauwelijks.
Kans op genezing is klein, maar te vergroten door de vis in een aparte bak te plaatsen met een zodanig lage waterstand, dat de rug van de vis net niet boven water uitkomt. Voeg eventueel een antibioticum toe.