= naar de Chinese Yunnan rivier.
Geslacht van karpers met ruim 30 soorten uit de familie van de ➛Nemacheilidae.
Modderkruipers die endemisch rond de grens tussen China en Vietnam voorkomen, in de gebieden Guangxi en Yunnan in China en Noord-Vietnam.
Ronde, langwerpige en slanke vissen met een karakteristieke vlakke buiklijn en een onderstandige bek, voorzien van drie paar baarddraden. De vinnen zijn meestal kleurloos.
Vreedzame en sociale dieren die het beste in een groep van minimaal acht exemplaren kunnen worden gehouden, liefst meer. Enigszins schuw, vermijd daarom al te druk of agressief gezelschap. Niet heel strikte bodembewoners die geregeld in de voor modderkruipers ongebruikelijke waterlagen rondzwemmen, iets wat ook is af te leiden uit de positie van de ogen. Deze staan meer in het midden dan hoog.
Een aquarium met een dichte beplanting, stukken hout en met ➛herfstbladeren op de bodem komt het meest in de buurt van hun natuurlijke omgeving. Beperkte ➛stroming is aan te raden aangezien de dieren zuurstofrijk water vragen. Ook zijn deze vissen vrij gevoelig voor verontreiniging, reden om ze niet in een al te recent opgezet aquarium te plaatsen en geregeld een ➛waterwissel uit te voeren.
Deze vissen zijn niet moeilijk met eten en zijn met hoofdzakelijk dierlijk voedsel tevreden, zoals kleine kreeftachtigen en muggenlarven, samen met af en toe wat ➛plantaardig voer
Kweken is niet al te lastig. Spontaan opduikende jonge dieren in andersoortig gezelschap komt met enige regelmaat voor. Voor een meer gerichte kweek is een kweekbak praktischer. Het water daarin mag niet te vers zijn, het aquarium moet al minimaal twee maanden staan. Deze dieren zijn vrijleggers zonder enige ➛broedzorg. Voorzie de kweekbak van fijnbladig groen op de bodem, een kweekrooster of een laag knikkers werkt ook goed. Plaats één of meer paren in de bak, maar bedenk dat met meerdere koppels de kans op eieren eten toeneemt. Na het elkaar najagen worden eieren afgezet op een plantenblad of tegen een aquariumruit. Verwijder de ouders hierna. Het uitkomen van de eieren is nogal temperatuur afhankelijk. De jongen kunnen met ➛Paramecium worden gevoerd, later met ➛Artemia-naupliën.
Rendahl 1944
De soort is endemisch in de kustgebieden van Noord-Vietnam. Het bewoont voornamelijk stilstaand water met een modderbodem en een dichte plantengroei.
Uiterlijk als aangegeven bij het geslacht. Op een zilvergele grondkleur lopen 15, 16 donkerbruine dwarsbanden van de rug tot aan de buik. De band over de staartwortel is breder en donkerder. De rug is donkerder getint. Vinnen kleurloos. Vrouwen zijn wat voller en groter dan mannen.
Lengte ♀ tot 40 mm, ♂ tot 35 mm.
Verzorging, gedrag en kweek als vermeld bij het geslacht.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 22 tot 27° C
pH: 6-8 dH: 0-18 fH: 0-32 ppm: 0-300
Kopen: ok.