Vangen van voerVangklok

Vangen van voer

Het zelf vangen van ➛levend voer is één van de leerzaamste nevenactiviteiten van het aquarium houden. Het biedt kijk op hoe waterdieren leven in het wild en waar vissen zoal van leven. En ook welke maar beter te vermijden, samen te vatten als ➛schadelijke bijvangst.

Voor het vangen van levend voer is in eerste instantie een goede locatie nodig, oftewel wáár voer te vangen? Zeker voor startende aquarianen is dat lastig, maar herkennen ervan laat zich na verloop trainen. Na veel ervaring kan een kansrijke locatie worden herkend nog voor het net in het water is gestoken. Een eerste grote schifting is te maken door te kijken naar vis: in een met vis bevolkte plek valt meestal weinig meer te halen. Bovendien loopt men het risico met het eventueel schaars gevangen voer ➛ziekten mee te brengen. Sloten die onderling met elkaar zijn verbonden en aansluiten op groter water, zoals een kanaal of rivier, maken om die reden weinig kans.

Kijk dus uit naar sloten en vijvers die vooral voor de sier zijn aangelegd, bijvoorbeeld bij openbare gebouwen. Sloten langs een talud kunnen geschikt zijn, bosvijvers, een gracht om een boerderij of monumentaal pand, al is daar vaak ook weer vis in uitgezet. Een geïsoleerde ligging heeft zonder meer de voorkeur.

Troebel water kan het beste vermeden worden, al zijn er uitzonderingen. Veel water heeft een bladbodem, en oogt dus zwartbruin. Dat is geen probleem en bijna overal het geval. Veel potentieel levend voer leeft daartussen.

Eenmaal een veelbelovende plek gevonden, kan er getest worden: de eerste proefvangst. Een proefvangst is niet meer dan een haal door het water en een korte inspectie van de opbrengst, en levert inzicht op over de aanwezigheid van geschikt voer op dát moment. Ook een al meermalen bewezen goede vangplek levert niet altijd wat op. Dat heeft vaak te maken met wind: Veel levend voer is aan te merken als ➛plankton en zweeft vrij in het water. Stromingen en wind zijn medebepalend waar dit plankton zich ophoudt. Haak dus niet te snel af bij tegenvallende resultaten. Pas na meerdere tegenvallende resultaten ontstaat vanzelf een gegrond oordeel: hopeloos. Eénmaal succes is genoeg, dan is duidelijk dat een nieuwe vangplek is gevonden.

Methoden voor het vangen zelf zijn bij de verschillende prooitypen te vinden, dus hier alleen een kort overzicht. Zwevend voer als ➛watervlooien, ➛Cyclops en witte ➛muggenlarven zijn te vangen door het ➛schepnet in een achtvorm door het water te bewegen, daarbij het net draaiend om de opening steeds tegen de stroom in te houden. De achtvorm zorgt voor een concentratie van plankton op het kruispunt. Geregeld legen in de emmer van het net zorgt dat het net effectief filtert en de inhoud niet door overmatige druk wordt geplet. We willen wel lévend voer.

Detrituseters als zoetwaterpissebedden, haftnimfen en vlokreeftjes zijn lastiger. In een sloot leven die vaak op de bodem, dus een schep bodembladeren kan plaatselijk veel opleveren, maar lang niet altijd. Sommige dieren leven ook in plukken ➛hoornblad of ➛waterpest die aan het oppervlak drijven. Veel succes is soms te halen bij vijvers met wanden van steen of beton. Daarop kunnen prooidieren bijvoorbeeld de zon opzoeken. Met een net kan de wand afgeschraapt worden. Schraap niet te snel en geef de dieren een moment om op te springen, om te voorkomen dat ze tussen wand en net worden gedood. Daarbij is een hiervoor geprepareerd net een uitkomst. Te denken valt aan een in de lengte doorgesneden slang van geschikte diameter die om de zijrand van het net (daar waar mee geschraapt wordt) wordt bevestigd. Een vierkant net is hier duidelijk in het voordeel.

Grotere prooi als keverlarven kunnen alleen per stuk worden gevangen. Kijk wel uit met sommige larven: er zitten geduchte rovers bij. De larve van de ➛gegroefde haarwaterroofkever is echter zeer gewild bij bijvoorbeeld cichliden en kunnen plaatselijk soms met tientallen worden gevangen. Het vangen ervan vraagt geduld en snelheid. Zwaai eerst het net eventueel droog, om te voorkomen dat een vallende druppel de larve alarmeert. Langzaam boven water naderen tot enkele tientallen centimeters en dan met een snelle onderlangse haal de larve verschalken.

Vangklok

Glazen of kunststof ➛hulpmiddel, bestaande uit een beker met holle steel om aquariumdieren zonder schade uit te vangen, waarbij ze permanent in water blijven.

Vangklok
Een kunststof vangklok.

Voor het vangen zelf wordt een voldoende groot ➛schepnet gebruikt, eventueel twee, waarna het dier met de vangklok nog onder water uit het schepnet wordt opgeschept. Hiermee wordt stress en schade voorkomen aan zowel dier als verzorger. Via de holle steel kan een teveel aan water worden afgegoten, om een waterballet te voorkomen. Enigszins in onbruik geraakt gereedschap, maar desondanks zeer bruikbaar.

Als alternatief kan een mok of glas, liefst met handvat, van voldoende formaat worden gebruikt om hetzelfde mee te bereiken.