Vallisneria
Vallisneria nana
VallisneriaVallisneria nana
= naar de Italiaanse botanicus Vallisneri.
Klein geslacht van ➛waterplanten met 10 soorten uit de familie van de ➛Hydrocharitaceae.
Wereldwijd in tropische en subtropische gebieden voorkomende planten, met langwerpig spoelvormige bladeren aan een stengel, maar voor het merendeel met smalle lintvormige bladeren groeiend vanuit een rozet, met langs de rand en vooral de afgeronde top kleine tandjes. Hoewel de bladeren soepel aanvoelen, zijn ze toch vrij breekbaar.
Behalve soms via bloei vooral te vermeerderen door bovengrondse ➛uitlopers, waaraan elke vijf tot tien centimeter zich een jonge plant vormt. Bij stengels vormende soorten kunnen ook zijtakken worden afgenomen.
De planten zijn niet veeleisend, maar gebruiken toch wat ➛calcium voor de opbouw. Over het algemeen lijden ze in zacht water dan ook een kwijnend bestaan. Een stukje sepia of een krijtje - zonder geel - bij de wortels kan helpen.
Het poten van deze planten vraagt ook wat aandacht: trek na het inzetten de voet van de plant omhoog tot deze op de bodem rust, dat voorkomt dat deze bruin wordt en de groei remt.
Veel planten zijn populair in het aquarium.
Jacobs & Les 2008
Reuzenvallisneria
Inheems in Australië. De plant komt voor in allerlei niet al te snel stromend water, maar ook in meren.
Vergelijkbaar met de V. spiralis, met vlakke, ongedraaide bladeren met afgeronde toppen, frisgroen van kleur.
Hoogte tot 3 m, breedte tot 35 mm.
Een grote plant die ook in grote aquaria zeer aanwezig kan zijn. In tegenstelling tot de overige Vallisneria's vraagt deze soort om wat zachter water, en verlangt ook wel wat ijzer. Een ➛kleikorrel bij de wortels voldoet daarbij goed. Veel licht is ook aanbevolen.
Vermeerdering via uitlopers.
Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.
Temperatuur: 18 tot 28° C
pH: 6-8 dH: 4-18 fH: 7-32 ppm: 70-300 KH: 2-12
Deze soort is al jaren bekend onder de naam V. gigantea, maar daarover heerst nogal wat verwarring. Ook de naam V. americana, eventueel als var. gigantea, is in de handel gebruikelijk.
Brown 1810
Inheems in noordelijk Australië, in allerlei open water.
De naam heeft betrekking op de breedte van de bladeren: in het wild komen planten voor met tot 15 cm lange, smalle en stijve bladeren die licht kunnen torderen. In de handel zijn vooral de langbladige, zachtere vormen verkrijgbaar, die wat betreft kleur kunnen verschillen, zoals roodachtig groene, heldergroene, donkergroene of bruine bladeren. Meer sprieten dan linten zoals bij de andere soorten.
De cultivar 'Tiger' vertoont onder voldoende licht dunne bruine streepjes over de lengte van het blad, dat verder identiek is aan de nana. De herkomst is onbekend. ➛DNA-onderzoek wees uit dat het om een variant van déze soort gaat en niet van V. spiralis, zoals werd verondersteld.
Hoogte tot 70 cm, breedte tot 3 mm.
Een makkelijke plant die snel groeit. Kan echter na recente aanplant wat traag op gang komen. Zorg voor veel licht. Zie de beschrijving bij het geslacht.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 15 tot 30° C
pH: 6-8 dH: 0-18 fH: 0-32 ppm: 0-300
