= met samengevoegde kaken.
Zeenaalden en zeepaardjes
Familie van zeer afwijkende vissen uit de orde van de ➛Syngnathiformes. Kenmerkend is hun buisvormige snuit, voorzien van een zeer kleine bek, waarnaar ook de Latijnse naam verwijst. Het lichaam is voorzien van stevige, ringvormige beenplaten die de dieren een rigide vorm geeft. buikvinnen ontbreken. Zwemmen wordt geregeld met rug- en borstvinnen, snel gaat dit niet. Dat heeft meer voordelen dan verwacht: het versterkt de camouflage van de dieren, doordat de associatie met een vis verdwijnt. Als voedsel worden allerlei kleine organismen gegeten, die met een typische beweging van de snuit worden opgezogen. De voortplanting kent een bijzondere vorm van broedzorg: de mannen beschikken over een broedbuidel waarin de vrouw haar eieren legt, waarin de bevruchting en de broedperiode plaatsvindt.
Syngnathidae zijn wereldwijd te vinden in gematigde en tropische, ondiepe wateren, zowel zoet als zout. Meerdere bekende dieren vallen onder deze familie, zoals zeepaardjes, zeenaalden en zeedraken, al is de familie momenteel wel onder revisie. Voor het zoetwateraquarium geschikte soorten komen voor in de geslachten ➛Doryichthys, Enneacampus, Hippichthys en Microphis.
= met vergroeide bloemen.
Aanzienlijk geslacht van planten met ten minste 150 soorten uit de familie van de ➛Poales.
Voornamelijk compacte, dichtbegroeide rozetplanten uit Zuid-Amerika, Afrika en Madagaskar met smalle, spitse, vaak getordeerde bladeren. Van daar uit groeien, evenals bij ➛Eriocaulon, kaarsrechte bloeistaken recht omhoog, met aan het uiteinde een bloem. Beperkt geschikte aquariumplanten vallen onder de enkele soorten met opgaande stelen, waar omheen lange, lintvormige, spitse bladeren spiraalsgewijs verspreid staan. Deze zijn in de regel eenjarig en leven tijdens de regenperiode geheel submers om in de droge periode te bloeien.
Zeer moeilijke planten die zuur, zacht water nodig hebben en zeer veel licht, voeding en CO₂. Plaatselijk de bodem van ➛turf voorzien zou de groei verbeteren. Om deze redenen geen beginnersplanten, ervaren liefhebbers hebben er echter al wel succes mee gehad. Top de plant kort, lange toppen leveren vooral veel wortelvorming op langs de stengel.
De planten zijn te vermeerderen door zijtakken af te nemen.
Ruhland 1903
Inheems in Brazilië en Colombia in zwartwatermoerassen, maar de verkrijgbare exemplaren komen in de regel uit Aziatische kwekerijen.
Waterplant met opgaande stelen als beschreven bij het geslacht. De lichtgroene bladeren hebben de punten naar boven gericht. Stelen onbehaard.
Hoogte tot 30 cm, breedte tot 5 cm.
Cultuur als beschreven bij het geslacht.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 22 tot 26° C
pH: 6-7 dH: 8-12 fH: 14-21 ppm: 130-200
De plant is bekender onder het synoniem S. macrocaulon, soms als Tonina sp. 'Belem'.