In gevangenschap gekweekte dieren, het meest verhandelde type. Ter onderscheid worden ➛wildvang dieren in de handel als zodanig aangegeven.
= kleine Acara.
Klein geslacht van cichliden met 4 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.
Kleine vissen uit noordelijk Zuid-Amerika met een langgerekt, hoog lichaam, zijdelings samengedrukt.
Rug- en buiklijn zijn min of meer elkaars spiegelbeeld, de afgeronde kop heeft de gebruikelijke proporties, maar is van een relatief kleine bek voorzien. Typerend voor alle cichliden zijn de samengestelde rug- en aarsvin, welke bestaan uit harde en zachte vinstralen. Beide eindigen in een punt bij de mannen, bij de vrouwen zijn deze, evenals de overige vinnen, afgerond. De staart is waaiervormig.
Naar andere dieren vreedzame vissen, onderling echter competitief en vechtlustig. Niettemin zeer geschikt voor het ➛gezelschapsaquarium. Vrouwen kunnen tijdens de broed mogelijk te agressief worden, een kweekbak is dan een betere optie. De aquariuminrichting kan worden voorzien van hout en planten, eventueel wat stenen, zolang maar voldoende schuilmogelijkheden aanwezig zijn. Gedempt licht, bijvoorbeeld met behulp van drijfbladeren.
Weinig kieskeurig met voedsel, mits niet te groot. Ook ➛droogvoer wordt gegeten. Een klein aandeel plantaardig voer is van belang.
Kweken is doorgaans niet erg moeilijk, soms erg gemakkelijk. Paarvorming kan door onderlinge agressiviteit echter problemen geven. Het vinden van een passend kweekkoppel is dan de grootste barrière. Een alternatief is een kleine harem met twee tot vier vrouwen, De voorbereidingen worden vooral door de vrouw uitgevoerd, waarvan het broedinstinct buitengewoon sterk is: zelfs veel grotere vissen worden zonder pardon verjaagd. Het grootbrengen van de jongen is eenvoudig, deze eten ➛jongbroedvoer vanaf ➛microwormen grootte.
Regan 1905
Dambordcichlide
Afkomstig uit Guyana, in allerlei kleine kreken en zijrivieren.
Vorm als aangegeven bij het geslacht. Grondkleur lichtbruin met donkere dwars- en lengtestrepen, waarin met enige fantasie een dambordpatroon is te herkennen. Mannen met een iriserend lichtblauwe veeg op en achter de kieuwen, wat zich tijdens de balts over het grootste deel van de flank uitspreidt. Over de lengte is, afhankelijk van de stemming, een zwarte lengtestreep meer of minder zichtbaar. De rugvin is met een smalle rood-wit-zwarte zoom afgezet. Aars- en buikvinnen warm donker roodbruin, ook in rug- en aarsvin een vlek in deze kleur. Vrouwen missen het blauw.
Lengte ♀ tot 6 cm, ♂ tot 8 cm.
Verzorging, gedrag en kweek als beschreven bij het geslacht. Zeer gemakkelijk te kweken vissen en zeer productief: tot 300 eieren worden afgezet, meestal echter minder.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 22 tot 28° C
pH: 6-8 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
IUCN status onbekend, de meeste aangeboden vissen zijn echter nakweek.
Kopen: ok.