MimagoniatesMimagoniates barberi

Mimagoníates

= bootst Agoniates na.

Klein geslacht van karperzalmen met 7 soorten uit de familie van de ➛Characidae.

Zuid-Amerikaanse karperzalmen uit de onderfamilie van de Stevardiinae, voorheen de onderfamilie van de Glandulocaudinae. Alle afkomstig uit zuidelijk Brazilië; in helder, stromend water. Deze vissen planten zich voort middels een vorm van interne ➛bevruchting, al is nog niet geheel duidelijk hoe dit plaatsvindt. Ook beschikken de vissen over een ➛accessoire ademhalingsorgaan even boven de kieuwen, dat hen in staat stelt atmosferische lucht in te nemen.

Slanke en langwerpige, levendige ➛scholenvissen, zijdelings afgeplat. Kop vrij klein en stomp, de onderkaak soms met scherpe opwaartse knik, met een bovenstandige bek. De rugvin staat vrij ver naar achteren. Dit alles wijst op een leven aan het wateroppervlak. De aarsvin is lang en beslaat de achterste helft van het lichaam. Staart gevorkt. Vetvin aanwezig. Vrouwen zijn steviger en soms groter dan mannen, die weer intenser zijn gekleurd.

Zwemlustige vissen, over het algemeen sterk en weinig eisend, ook in gezelschapsaquaria prima te houden. Neem dit vanwege de beweeglijkheid niet te klein, in een groepje van minimaal 8 stuks. Zorg voor voldoende zwemruimte, maar ook voor een goede beplanting. Stroming wordt gewaardeerd. Waak voor al te hoge temperaturen. De accessoire ademhaling maakt ook het produceren van de knorrende of kwakende geluiden mogelijk. Deze doen zich voor bij opwinding en balts.

Niet moeilijk met voeren, zorg voor klein ➛dierlijk voer met een klein aandeel ➛plantaardig, zowel levend, diepvries- als droogvoer. In de natuur leven de dieren bijna exclusief van (land)insecten.

De kweek verschilt wat betreft moeilijkheid per soort. Houdt per soort de maximum temperatuur aan. Een paarlustig stel zondert zich van de groep af, waarna de balts aan het wateroppervlak plaats vindt. Hierbij cirkelen de dieren dicht om elkaar heen, met merkwaardige bewegingen. Onduidelijk is hoe de zaadoverdracht plaatsvindt. De ➛incubatie varieert per soort, van één dag tot drie weken. Deze worden aan de onderkant van grootbladige planten afgezet, maar ook een ➛kweekmop wordt gebruikt.. ➛Eierrovers. Eieren komen na één tot drie dagen uit, de jongen zijn erg klein. Voeren kan het infusoriën. De productie is niet erg hoog, 75 tot 100 jongen kan als een goed resultaat worden beschouwd.

Zelden aangeboden vissen.

bárberi

Regan 1907

Afkomstig uit de rio Paraná op de grens tussen Brazilië en Argentinië.

Mimagoniates barberi
Mimagoniates barberi. © ➛F. Schäfer

Zilverwit, naar de rug bruingeel. Over het midden loopt vanaf de onderkaak een brede blauwzwarte lijn kaarsrecht tot op het midden van de staartvin, daarboven een rozige lijn. Rug- en aarsvin door een zwartige band gedeeld, blauwwit aan de buitenzijde. Vetvin soms opvallend blauwwit. Vrouwen missen de blauwe kleur.

Lengte tot 45 mm.

Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht omschreven. Wat gevoeliger dan de andere soorten. Incubatie 2 tot 3 weken. Eieren komen na uiterlijk 4 dagen uit.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 18 tot 23° C

pH: 6-7   dH: 8-12   fH: 14-21   ppm: 130-200

Kopen: ok.