Micraléstes

Geslacht van karperzalmen met ruim 15 soorten uit de familie van de ➛Alestidae.

Karperzalmen afkomstig uit West- en Centraal Afrika, met een voorkeur voor grote scholen in open water, stilstaand of met gemiddelde stroming. Lichaam langwerpig ovaal , zijdelings samengedrukt. Schubben groot. Kop en ogen betrekkelijk groot, de laatste ver vooraan. Bek eindstandig. Vinnen klein en voor het merendeel kleurloos. Mannen met verlengde voorste aarsvinstralen, soms met verlengde rugvinstralen.

Weinig eisende en levendige vissen die ook prima in een ➛gezelschapsaquarium passen. Zowel wat betreft ➛waterkwaliteit als voedsel komt het niet bijzonder nauw. Dat laatste voornamelijk van ➛dierlijke aard. Houd ze bij voorkeur in een school van minimaal 8 dieren. Zorg wel voor voldoende zwemruimte en kies niet al te agressieve of robuuste medebewoners om schuwheid te voorkomen.

Kweken van deze vissen is nog niet gelukt. Wel is bekend dat ze in hun ongeveer driejarige levensduur na een jaar geslachtsrijp zijn.

acútidens

Wijd verspreid over Afrika in alle grote rivieren, zoals de Nijl, de Congo, de Zambezi (tussen Zimbabwe en Zambia), de Kunene (noordelijk Namibië); westwaarts tot in het Voltameer in Ghana; rivieren langs de oostkust tot de Zuid-Afrikaanse Pongola.

Uiterlijk als vermeld bij het geslacht. Zilver glanzend met een geel- tot blauwe glans afhankelijk van de lichtinval. Over de lengte een grijszwarte streep, soms een smalle goudgele daarboven. Rug bruinig tot olijfgroen. Vinnen grotendeels kleurloos, ongepaarde met fletsgele en zwartige accenten. Mannen slanker.

Lengte tot 9 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht vermeld. Over de kweek is niets bekend.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

húmilis

Te vinden in het gehele stroomgebied van de Congo rivier, de Bénoué en de Zambezi.

Geheel zilver glanzende vissen met een meer of minder duidelijke zwarte lengtestreep. Vinnen grotendeels kleurloos met de rode staart- en vetvin uitgezonderd. Vinnen aan buikzijde met een witte punt. Aangegeven lengte is een maximum. Gemiddeld worden deze vissen tussen 6 en 8 cm lang.

Lengte tot 10 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht beschreven. Ondanks de grote tolerantie toch een voorkeur voor water aan de zachte kant van de DH-schaal. De kweek is nog niet gelukt.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 22 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

Deze soort wordt geregeld als de sterk gelijkende M. stormsi verhandeld.

Kopen: ok.