= met een spitse bek.
Uitgebreid geslacht van kieuwspleetalen met meer dan 60 soorten uit de familie van de ➛Mastacembelidae.
Stekelalengeslacht uit Afrika en Zuid-Azië. De meeste leven in rivieren, soms in snelstromende delen. Enkele komen in brak water voor. In Afrika leeft een vrij groot aantal in het Tanganyikameer. De grootte varieert van 7 cm tot ongeveer een meter. meestal bruin getint, met een typerend strepen- of vlekkenpatroon.
Over het algemeen vreedzame vissen, ook voor gezelschap. Houdt wel rekening met de roofzuchtige trekken van veel wat grotere soorten en combineer niet met te kleine vis. De dieren graven zich overdag in, reden om voor een bodem van niet te scherp materiaal te kiezen, zoals split. De dieren eten wat groter levend voer.
Soorten worden zeer onregelmatig in de handel aangeboden.
Lacepède 1800
Inheems in Zuid-Oost Azië Pakistan, India, Indonesië
Lichaam als beschreven bij de familie. Grondkleur beigebruin met daarover een donkerbruine nettekening met grote gaten.
Lengte tot 90 cm.
Verzorging en gedrag als vermeld bij het geslacht. Beter solitair houden of in een groep van minimaal vijf exemplaren, aangezien de dieren onderling erg agressief kunnen zijn. In een grotere groep verdeeld de agressie zich.
Deze soort is nog niet in gevangenschap nagekweekt.
Geschikt voor aquaria vanaf 800 liter.
Temperatuur: 24 tot 28° C
pH: 6-7 dH: 4-12 fH: 7-21 ppm: 70-200
Kopen: ok.