LinderniaceaeLiosomadoras morrowi

Linderniáceae

= afgeleid van Lindernia.

Nog niet volledig erkende, kleine familie van ruim 25 geslachten uit de orde van de ➛Lamiales. De verspreiding is wereldwijd in tropisch en subtropisch gebied, maar ontbreekt in Europa.

Enkele aquariumplanten vallen onder de geslachten ➛Lindernia en ➛Micranthemum.

lineáta

= gestreept.

Jenýnsia

lineátus

= gestreept.

Aplochéilus

lineoláta

= gestreept.

Sewéllia

Lintvarenfamilie

Pteridaceae

Lintwormen

Cestoda

Liosomádoras

= meerval met onbedekt lichaam.

Klein geslacht van meervallen met 2 soorten uit de familie van de ➛Auchenipteridae.

Houtmeervallen waarvan alleen de kop is gepantserd. Beide soorten zijn afkomstig uit het Amazonegebied in Zuid-Amerika, zowel in de grote rivieren als kleinere zijrivieren, meren en overstroomd gebied.

Wat grotere vissen met een prehistorisch gehelmde, brede en platte kop. Het pantser heeft langs de kieuwdeksel een beschermende achterwaartse stekel. Bek eindstandig en breed, voorzien van drie paar baarddraden; twee op de kin, een derde aan weerszijden. De ogen staan ver vooraan. Het lichaam is slank, zijdelings plat. De korte, hoge rugvin staat ver vooraan. Deze is, evenals de borst- en buikvinnen, voorzien van een sikkelvormige voorste vinstraal, stevig verdikt. Die van de borstvinnen zijn van rijen scherpe punten voorzien. Lange vetvin.

Territoriale nachtdieren die in het geval van meerdere exemplaren veel ruimte vragen. Voldoende decoratiemateriaal en schuilplaatsen helpen confrontaties onderling te voorkomen. Geschikt voor het gezelschapsaquarium met niet te kleine vissen, deze vallen binnen het eetpatroon. Medebewoners vanaf 5 cm zijn geschikt. Voornamelijk 's nachts actief, reden om aanvankelijk te voeren nadat het licht uitgaat. Eenmaal vertrouwd komen de dieren ook tegen de schemering tevoorschijn voor voedsel.

Voedsel kan bestaan uit alle vormen van dierlijk voedsel, zowel levend, diepvries- als droogvoer.

mórrowi

Fowler 1940

Afkomstig uit het stroomgebied van de Ucayali rivier in Peru, parallel aan de grens met Brazilië.

Liosomadoras morrowi
Liosomadoras morrowi. © ➛H. Haagensen

Lichaam als beschreven bij het geslacht. Grondkleur donkerbruin tot bruin, met bruinzwarte vlekken in een regelmatig patroon, ook over de vuil transparante vinnen. Over de flank loopt een lijn van lichtgele stippen, met op regelmatige afstand een lijn schuin naar de rug. Vrouwen met een verdikte voorste anaalvinstraal.

Lengte tot 15 cm.

Verzorging en gedrag als vermeld bij het geslacht.

Over de kweek zijn geen gegevens.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 20 tot 25° C

pH: 6-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Kopen: ok.