= vliezig Asplenium.
Geslacht van varens met meer dan 30 soorten uit de familie van de ➛Aspleniaceae.
Kleine varens met een geschubd ➛rizoom, tot 5 mm dik. Bladeren groen, enkelvoudig geveerd, soms diep gezaagd aan één of beide kanten, puntig of afgerond.
Eén soort laat zich goed permanent onder water houden.
Blume 1938
De verspreiding beslaat Afrika, Madagaskar en Azië, na eerst in Taiwan te zijn ontdekt als aquariumplant.
Groeit als bij geslacht en familie beschreven. Bladeren enkelvoudig geveerd, fijn gekarteld, met een afgeronde tip. Lijkt op ➛Trichomanes en is ook voor zodanig aangezien.
Hoogte tot 25 cm, breedte tot 40 cm.
Een langzame groeier, die met weinig, maar ook veel licht toe kan. Gevoelig voor hoge temperaturen. De plant kan zowel op (niet in) de bodem als op harde ondergrond worden geplant. In het laatste geval zorgen hechtwortels voor de bevestiging. Tot het zover is de plant met een speld of elastiek op de plaats houden.
Te vermeerderen door delen van het rizoom, eventueel door de spaarzame zijtakken daarvan of via ➛adventiefplanten aan de bladeren.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 18 tot 26° C
pH: 6-8 dH: 8-12 fH: 14-21 ppm: 130-200
Na ontdekking als aquariumplant enige tijd aangeboden als Crepidomanes auriculatum.
= afgeleid van Hymenophyllum.
Vliesvarenfamilie
Kleine familie van varens uit de orde van de ➛Hymenophyllales die vooral in een vochtige omgeving leven, vooral in (sub)tropisch gebied wereldwijd.
Kenmerkend zijn de kruipende of opgericht wortelstok (➛rizoom) en de flesgroen transparante, gelobde, uit één cellaag bestaande bladeren, waarnaar ook de Nederlandse naam verwijst.
Voor aquaria van enig belang dankzij het geslacht ➛Trichomanes.
= afgeleid van Hymenophyllum.
Orde van varens uit de klasse van de ➛Polypodiopsida, die slechts de vliesvarenfamilie, ➛Hymenophyllaceae, omvat.