CO₂-bemesting
CO₂, ➛kooldioxide, is voor dieren een afvalproduct, terwijl het voor planten een bouwstof is.
In het aquarium wordt in de CO₂-behoefte van planten dan ook ten minste voor een deel voorzien door de aanwezige dieren. Voor het kunnen houden van een dicht beplant aquarium is het belang van CO₂-bemesting ontstaan, en is de ontwikkeling in de techniek serieus op gang gekomen. Tot die tijd zijn er alternatieve methoden voor het ➛toedienen van kooldioxide ontstaan, zowel eenvoudiger als betaalbaarder van opzet. Tegelijkertijd is CO₂ een controleerbare methode om water aan te zuren, wat voor veel tropische vissen gunstig is.
Bemesten met CO₂ kan op de volgende manieren:
- Met bronwater. In supermarkten kan bronwater met en zonder bubbels worden gekocht. De bubbels zijn de CO₂, de stof waar het om draait. Het is goedkoop, makkelijk toe te dienen en vult ook nog eens het verdampte water aan. Nadelen zijn er ook. Bronwater bevat wat zouten waar planten en dieren misschien van profiteren, maar waarschijnlijk niet. Gelukkig is het maar weinig. Een ander punt is dat toedienen niet heel precies gaat. Zeker als de inhoud van de fles aardig is gedaald neemt de concentratie koolzuur snel af: iedere keer als de fles open gaat stort de gasdruk in de fles in en dat moet weer vanuit het nog aanwezige bronwater worden opgebouwd. Er moet dus steeds meer worden gegeven. De fles inknijpen vóór het sluiten tot de inhoud bij de rand staat kan dit beperken. Onduidelijk is ook hoelang de planten plezier hebben van de kortstondige hoge dosis. Het beste kan 's ochtends worden gegeven, als de planten de CO₂ ook daadwerkelijk opnemen, of twee maal daags, bijvoorbeeld bij het voeren.
- Met bio-CO₂. Met suiker en gist kan veel CO₂ worden gemaakt. Daartoe wordt een fles met water, een laag suiker en een klein beetje korrel- of bakkersgist gevuld. Afhankelijk van de opzet kan dit tot wel één of twee maanden koolzuur opleveren.
- Ook dit is goedkoop, maar het toedienen is omslachtig en vraagt periodiek veel werk. Bovendien kan de toevoer niet worden geregeld of 's nachts gestopt. Er zijn wel foefjes om de vergisting traag te laten verlopen, maar dat zal niet elke keer hetzelfde zijn. Aan het eind van de vergisting zakt daarbij ook de productie in en wordt het tijd een nieuwe opzet te maken.
- Met flessengas. In de aquariumhandel zijn gasflesjes te koop die, afhankelijk van de grootte van de bak, enkele weken tot maanden CO₂ kunnen leveren. De toevoer is heel precies te regelen. Er zijn drukventielen te koop die aan en uit kunnen worden gezet via een aangesloten ➛pH-meter of schakelklok.
- Dit is veruit de duurste, maar ook de meest precieze methode. Om het wat goedkoper te maken kunnen grotere flessen buiten de aquariumhandel om worden aangeschaft, de kleurcode daarvan is grijs. Dan gaat het niet meer over 500 gram, maar over tien tot vijftig kilo CO₂. Daarmee wordt ook de fles groter, dat spreekt. Zulke flessen wegen 25 kg of meer. Behalve prijs en gewicht kan ook risico een punt zijn. Deze flessen staan onder druk tot zo'n 200 Bar. Natuurlijk hebben deze flessen zich over de jaren wel bewezen, maar ontploffingsgevaar blijft. Er zijn mensen die om die reden de fles NIET in huis willen hebben. De flessen mogen ook niet in direkt zonlicht staan in verband met oplopende temperaturen. Lekkage door verkeerd aangesloten ventielen kan eveneens een risico vormen.
- Met vloeibare CO₂. Een middel op basis van de stof glutaaraldehyde, onderdeel van onder meer bestrijdings- en desinfectiemiddelen, ook zeer giftig voor algen. Het aandeel is daarom laag. Enzymen in de plant breken dit af tot CO₂, of tot andere stoffen, dit verschilt per plant. Als vervanger van reguliere CO₂ volstaat het niet, omdat niet alle planten met deze vorm overweg kunnen en sommige er door verkommeren. Op vissen lijkt het geen effect te hebben, effecten op garnalen zijn nog niet duidelijk.