= naar een indiaanse naam.
Klein geslacht van waterplanten met 5 soorten uit de familie van de ➛Cabombaceae.
Stengels vormende planten welke van oorsprong in Noord-, Midden en Zuid-Amerika voorkomen, maar ondertussen wereldwijd op meer plaatsen zijn beland via de aquariumhobby.
De weinig vertakte stengels dragen ronde bladeren, welke kruis- of kransgewijs staan en meermalen diep ingesneden zijn tot meer of minder dunne bladslippen, afhankelijk van de soort. De vorm is zodanig variabel dat determinatie moeilijk is. Voor de bloei ontstaan enkele drijfbladeren met een volkomen andere bladvorm: elliptisch, met de steel vanuit het midden. De kleine bloemen steken boven water uit en zijn tweeslachtig. Hun kleur is wit, geel, roze of lila.
Alhoewel populair in goudviskommen toch vrij tere planten die wat zorg vragen. Zo kunnen deze beter niet worden gecombineerd worden met grondelende of anderszins plantonvriendelijke vissen. Voorkom schommelende waterwaarden, de planten zijn er erg gevoelig voor. Veel licht is een voorwaarde, al zijn de planten gevoelig voor veralging. Wees ook beducht voor vervuiling door zweefvuil. Enige voeding doet de planten goed. Het betreft hier echte waterplanten, vloeibare voeding heeft daarom de voorkeur. CO₂-bemesting is niet nodig, maar levert wel betere groei.
Vermeerderen is eenvoudig en kan door stukken stengel met minimaal twee knopen in de bodem te planten. Deze wortelen doorgaans snel en groeien weer uit tot volle bossen.
Aublet 1775
Afkomstig uit de noordelijke helft van Zuid-Amerika tot zuidelijk Brazilië, in rustig stromende zijrivieren en stilstaand water.
Vorm als vermeld bij het geslacht. De bladslippen van deze soort zijn zeer dun. Meerder varianten bestaan van de plant; populair is de rode vorm uit het noorden van Zuid-Amerika.
Hoogte tot 1,5 m, breedte tot 10 cm.
Verzorging en vermeerdering als bij het geslacht aangegeven. Erg gevoelig voor veralging. Zacht water met een lage ➛geleidbaarheid kan dit voorkomen
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 18 tot 28° C
pH: 6-8 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
Deze soort is niet winterhard en mag om die reden in Nederland worden verhandeld.
Gray 1837
Waterwaaier
Verspreid over een groter gebied dan C. aquatica, van oostelijk Noord-Amerika tot zuidoostelijk Zuid-Amerika.
Uiterlijk als bij het geslacht vermeld, met relatief brede bladslippen. Ook zijn de bladeren minder vaak ingesneden. De plant kent een rood kleurende variëteit, genaamd C. caroliniana var. pulcherrima.
Hoogte tot 2 m, breedte tot 10 cm.
Eén van de minst eisende soorten die ook voor beginners eenvoudig is te houden. Ook geschikt voor koudwateraquaria. Verder te verzorgen en vermeerderen als aangegeven bij het geslacht
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 15 tot 28° C
pH: 6-7 dH: 4-30 fH: 7-53 ppm: 70-500
Deze soort is, in tegenstelling tot C. aquatica, wel winterhard en mag in de Europese Unie daarom niet worden verhandeld. De plant is lokaal in meerdere opzichten een ware plaag. Ook in Nederland komt de plant voor, maar is zeldzaam.