BagrichthysBagrichthys majusculus

Bagríchthys

= bagrus-achtige vis.

Klein geslacht van meervallen met 7 soorten uit de familie van de ➛Bagridae.

Hoog gespecialiseerde, langgerekte en slanke dieren uit Zuid-Oost Azië, levend in traag stromende, brede rivieren met een modderbodem. In het paarseizoen wordt ondergelopen gebied opgezocht.

Vissen met een lange, knotsvormige staartwortel en zeer lange vetvin. De spitse rugvin staat ver naar voren. De redelijk brede kop is klein met een al even kleine, wat naar achteren geplaatste, onderstandige bek. Twee lichaamsvormen zijn te onderscheiden, met een zeer hoge, puntige rug en eveneens zeer hoge rugvin, en dieren met een beduidend minder hoge rug en rugvin. Mannen dragen een zichtbare, puntige ➛genitaalpapil, vrouwen zijn doorgaans groter en voller van bouw.

Voor een doorsnee aquarium erg grote, doch vreedzame vissen die bij voorkeur 's nachts actief zijn. Na enige gewenning vertonen ze ook overdag activiteit tijdens de voedermomenten, waarbij ze soms zelfs uit de hand kunnen eten. Mannen kunnen onderling territoriaal gedrag vertonen, wat kan worden vermeden met meerdere vrouwen met één man. In een groot aquarium kunnen meerdere mannen worden gehouden, zorg daarbij voor tactisch geplaatste territoriumgrenzen in de vorm van decoratiemateriaal. Eventueel geschikt voor ander, en ook veel kleiner, gezelschap, maar bij voorkeur uit de hogere waterlagen, ook weer vanwege territoriaal gedrag. Zorg voor voldoende schuilplaatsen. Houdt ➛licht en ➛stroming beperkt, gebruik bijvoorbeeld drijfplanten om voor schaduw te zorgen. In de natuur leven de dieren van allerlei bodemprooien en ➛detritus. De meeste soorten voer van geschikt formaat worden echter goed gegeten, zorg ook voor een deel ➛plantaardig. Geen van de soorten is tot dusver in het aquarium nagekweekt.

Vissen uit dit geslacht worden uiterst zelden aangeboden en zijn dan vaak in matige conditie. Enkele weken in quarantaine houden bij de aangegeven maximum temperatuur is aan te bevelen.

macracánthus

Bleeker 1854

De verspreiding is onduidelijk, mogelijk endemisch op Sumatra. Het verspreidingsgebied tot dusver bekend is waarschijnlijk steeds dat van B. majusculus geweest.

Bagrichthys macracanthus
Bagrichthys macracanthus. © ➛H. Haagensen

Uiterlijk als bij het geslacht beschreven, met een hoge rug en rugvin. Kleuren als bij B. majusculus, maar met een helderwitte streep van de kieuwdeksels tot op de staartwortel. Vinnen transparant.

Lengte ♀ tot 23 cm, ♂ tot 20 cm.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 24 tot 28° C

pH: 5-7   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: ok.

majúsculus

Ng 2002

Endemisch in het stroomgebied van de Mekong en Chao Phraya in oostelijk Thailand, Laos en Cambodja.

Bagrichthys majusculus
Bagrichthys majusculus

Uiterlijk als beschreven bij het geslacht, met een hoge rug en rugvin. Lichaam en vinnen bruinzwart, opvallende witte baarddraden. De staartvin is doorzichtig.

Lengte ♀ tot 17,5 cm, ♂ tot 16,5 cm.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 24 tot 28° C

pH: 5-7   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: ok.