Agielakarensis

Agiel

= beweeglijk.

Organismen die zich vrij in de ruimte kunnen bewegen, zoals de meeste dieren. Tegendeel van ➛sessiel.

ágilae

= naar de plaats Agila aan de Suriname rivier.

Laimosémion

Aglaonema

= prachtige (meel)draden.

Geslacht van aronskelken uit de familie van de ➛Araceae.

Alhoewel in het verleden is geëxperimenteerd met enkele vochtminnende soorten van dit geslacht in het aquarium, zijn de planten, ondanks dat deze in de natuur submers groeien, voor de langere termijn toch ➛ongeschikt gebleken. Als kamerplant of in ➛terrarium of ➛paludarium komen deze beter tot hun recht.

Agnatha

= zonder kaken.

Kaaklozen

Superklasse van ➛primitieve, aalvormige dieren uit de onderstam van de ➛Vertebrata of gewervelden, ook wel rondbekken genoemd. Ondanks de aanwezigheid van een wervelkolom worden ze toch niet tot de echte vissen gerekend. Kaken ontbreken bij deze dieren, in plaats daarvan is een zuigmond met in ringen staande tanden aanwezig, evenals een getande tong.

Het betreft een kleine groep dieren, maar in de prehistorie is dit een zeer soortenrijke groep geweest. Vele fossiele, uitgestorven soorten stammen uit de geologische perioden Ordovicium en Siluur, de groep wordt als de voorloper van de hedendaagse kraakbeenvissen, zoals haaien en roggen, beschouwd.

De orde van de ➛Petromyzontiformes of prikachtigen kent enkele vertegenwoordigers in België en Nederland.

agnésae

= naar een eigennaam.

Moenkháusia

agúlha

= naar een lokale naam.

Hyphessóbrycon

áhli

= naar de Duitse ichyoloog Ahl.

Aphyosémion

ajamaruénsis

= uit de Ajamaru meren op West-Papoea.

Melanotáenia

akarénsis

= uit de Akar (rivier).

Bétta