YasuhikotakiaYasuhikotakia longidorsalis

Yasuhikotákia

= naar Japans onderzoeker Taki.

Klein geslacht van karpers met 7 soorten uit de familie van de ➛Botiidae.

Modderkruipers uit Indochina. In de rivieren Mekong, Chao Phraya en Mae Klong komen de meeste soorten voor. Altijd in de luwte van binnenbochten en tussen de stenen waarmee de bodem is bezaaid.

Veel soorten werden voorheen onder het geslacht ➛Botia geschaard. Reden voor de wijziging zijn gebaseerd op verschillen in de bouw van kop en zwemblaas. Een minder officieel kenmerk is het verbleken van kleuren bij ondergeschikte, bijvoorbeeld pas aan een groep toegevoegde, dieren. Enkele soorten zijn lastig te onderscheiden, vooral vanwege het bestaan van verschillende varianten binnen een soort. Mogelijk treden natuurlijke kruisingen op. Geen van de dieren is in het aquarium nagekweekt. Verdere bijzonderheden als vermeld bij de familie.

caudipunctáta

Taki & Doi 1995

Vooralsnog alleen bekend uit de Mekong in Laos.

Uiterlijk als aangegeven bij de familie. Grondkleur lichtgrijs met een geelbruine tint. Soms zijn op het achterlijf brede vaagblauwe dwarsbanden te zien. Rug- en staartvin voorzien van regelmatige rijen straalsgewijze stipjes. De grootte daarvan kan wisselen. Vrouwen wat voller en groter.

Lengte ♀ tot 10 cm, ♂ tot 9 cm.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 23 tot 30° C

pH: 6-8   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: ok.

éos

Taki 1972

Inheems in het bij het geslacht aangegeven gebied, maar ook in de Nan Dong rivier in Vietnam.

Uiterlijk als vermeld bij de familie. Kop vrij spits, buik en ruglijn meer gelijkvormig. Grondkleur lichtgrijs met soms een rossige tint. Op de staartwortel een donkergrijze dwarse vlek. Vrouwen wat voller en groter; mannen kleuren blauwig tijdens de balts en hebben een rode zoom langs de rugvin.

Lengte ♀ tot 11 cm, ♂ tot 10 cm.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 23 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: ok.

lecóntei

Fowler 1937

Uiterlijk als vermeld bij de familie. Lijkt sterk op Y. morleti, maar is langwerpiger van bouw. Evenals bij Y. modesta komen zowel rood- als geelvinnige exemplaren voor. Grondkleur lichtgrijs, soms met een rossig bruine tint. Op de staartwortel een donkergrijze dwarse vlek. Mogelijk is er een variant met zwartbruine tijgerstrepen op de flanken, in de handel soms aangeboden als 'Combadjan Tiger'. Dit kan ook een andere, nog onbekende soort zijn.

Lengte ♀ tot 15 cm, ♂ tot 12 cm.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 23 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: ok.

longidórsalis

Kottelat 2004

Uitsluitend gevonden in de Mekong rivier.

Uiterlijk als vermeld bij de familie. Licht geel- tot rozebruine grondkleur met boven en onder vervaagde blauwe smalle dwarsstrepen op de flanken. Een wat bredere, donkere dwarsstreep op de staartwortel. Fijne stippellijnen in de staart. Zoals de naam aangeeft is de rugvin langer dan de gemiddelde Yasuhikotakia soort. Vrouwen wat voller en groter dan mannen.

Lengte ♀ tot 8 cm, ♂ tot 7 cm.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 23 tot 30° C

pH: 6-8   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: nee.