= roze.
Geslacht van karpers met ruim 25 soorten uit de familie van de ➛Acheilognathidae.
Slanke, zilverwitte scholenvissen uit Azië. Ook de Europese soorten zijn, naar wordt aangenomen, in de middeleeuwen met de toen gewilde karpers van de Kaspische en Zwarte zee mee naar het westen gekomen. De dieren hebben een hoog, ovaal lichaam, zijdelings sterk afgeplat. Snuit toegespitst maar wel afgerond, met een kleine, laaggeplaatste, bovenstandige bek. De lange rug- en aarsvin vormen vrijwel elkaars spiegelbeeld, de zijlijn is onvolledig. De schubben hebben donkere randen, wat een nettekening tot gevolg heeft.
Vreedzame dieren, geschikt voor het (koud water) ➛gezelschapsaquarium. Houdt ze in een groep van minimaal acht dieren. Zie de familie voor meer details.
Bloch 1782
Bittervoorn
Inheems in Europa, vooral de oostkant, vanaf de Neva rivier in noordelijk west Rusland tot in Turkije en Griekenland, maar ontbreekt in Scandinavië, de Baltische staten en de overige landen aan de Middellandse zee. In west Europa te vinden tot in delen van Nederland, België, noord Frankrijk en Engeland. Bewoners van helder water met beperkte ➛stroming en de aanwezigheid van mosselen.
Uiterlijk als bij de geslachtsbeschrijving. Grondkleur gebroken wit met een geelbruin tot roodachtige gloed. Mannen met een lichtblauwe streep vanaf de staart tot halverwege het lichaam en een helderrood oog. In de paaitijd kleuren mannen met een sterke paarsig roze (zie de geslachtsnaam) gloed. Rond de kieuwen kleurt de kop blauw, als de nu intensere lengtestreep. De lippen krijgen witte wratjes. Vrouwen ontwikkelen een vele centimeters lange, geel- tot donkerroze ➛legbuis. De aangegeven lengte wordt zelden gehaald.
Lengte tot 9 cm.
Vreedzame vissen, geschikt voor het koudwateraquarium. Ook geschikt voor andersoortig gezelschap. Behalve zwemruimte is ook een dichte beplanting wenselijk. Ook in de vijver goed te houden en te kweken, mits mosselen aanwezig zijn. Houdt er rekening mee dat een zeer strenge winter hen het leven kan kosten.
Bittervoorns laten zich goed kweken, voorwaarde is wel de aanwezigheid van een ➛mossel. Zie de familiebeschrijving.
Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.
Temperatuur: 10 tot 26° C
pH: 7-8 dH: 8-30 fH: 14-53 ppm: 130-500