RhantusRhantus suturalis

Rhantus

= vochtig.

Uitgebreid geslacht van kevers met ten minste 80 soorten uit de familie van de ➛Dytiscidae.

Rhantus
Rhantus larve. © ➛G.H. Visser
Middelgrote, roofzuchtige waterkevers met een gestroomlijnd lichaam, waarbij kop, borststuk en achterlijf naadloos op elkaar zijn aangesloten. Van bovenaf vrijwel volmaakt ovaal. Het rugschild is goudgeel met een dichte stippeling van fijne, zwarte puntjes, wat resulteert in een donkerbruine kleur. De randen zijn niet gestippeld, evenals delen van kop en borststuk. Juist de tekening op die laatste twee maakt determinatie vaak mogelijk, want de verschillende soorten lijken erg op elkaar en zijn enkel op details van elkaar te onderscheiden.

Uitstekende zwemmers, die ook vliegend aardig vooruit komen. Op land maken ze een onhandige indruk. Deze insecten en hun ➛larven leven van de jacht op insectenlarven en kleine ➛kreeftachtigen, exemplaren groter dan zijzelf schuwen ze daarbij niet. De larven verpoppen in een gegraven hol op de oever.

De verspreiding van deze kevers beslaat het noordelijk halfrond, waar ze voorkomen in uiteenlopend water, van kleine plasjes en volgelopen sporen tot plassen, meren en sloten.

exsolétus

Forster 1771

Algemeen in Nederland, in België als kwetsbaar beschouwd.

Lichaam en kleur als beschreven bij het geslacht. Onderkant geheel donkerbruin tot goudgeel, borststuk enkel een donkere band langs de dekschilden, geen tekening.

Lengte tot 8 mm.

frontális

Marsham 1802

Rhantus frontalis
Rhantus frontalis. © ➛G.H. Visser
Inheems op heel het noordelijk halfrond. In Nederland en België algemeen, met name langs de Noordzeekust.

Lichaam en kleur als bij de geslachtsbeschrijving. Op het borststuk een breed ovale, zwarte vlek met aan weerszijden een halve maanvormige vlek. Het achterlijf is aan de onderzijde bruinig goudgeel.

Lengte tot 11 mm.

suturalis

Macleay 1825

Bepoederde waterkever

Een wereldwijd verspreide soort, in geheel Nederland en België algemeen.

Rhantus suturalis
Rhantus suturalis. © ➛G.H. Visser

Vorm en kleur als beschreven bij het geslacht. Te herkennen aan de ruitvormige vlek op het verder goudgele borststuk. Onderkant lichaam geheel zwart.

Lengte tot 13 mm.