Ranalisma
ranga
Ranalismaranga
Klein geslacht van moerasplanten met 2 soorten uit de familie van de ➛Alismataceae.
In rozetten groeiende planten met boven water langgesteelde, ovaalronde en stomp gepunte bladeren. In situaties met weinig licht nemen ze ook onder water deze vorm aan, maar in uitbundig licht produceren de planten daarin echter dunne lintvormige bladeren en vormen, dankzij de vele uitlopers, al snel een veldje. De bloemen zijn drietallig en produceren een stekelige vrucht.
Als vermeld zodevormende voorgrondplanten, mits voldoende licht; wel gevoelig voor vervuiling en veralgen. Onder voldoende licht snel groeiende en weinig eisende planten, die echter met een stevige bodemvoeding en toevoeging van CO₂ nog beter gedijen.
Door het afnemen van wortelende rozetten kunnen planten eenvoudig worden vermeerderd.
Recent als houdbare planten ontdekt, daardoor in de handel zelden te vinden.
Hutchinson 1936
Afkomstig uit Afrika rond de evenaar, van Senegal tot Tanzania.
Vorm als beschreven bij het geslacht. Bladeren die ronder zijn dan van R. rostratum.
Hoogte tot 10 cm, breedte tot 15 cm.
Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.
Temperatuur: 20 tot 28° C
pH: 6-7 dH: 8-12 fH: 14-21 ppm: 130-200
Zeer zelden aangeboden plant.
Stapf 1900
Inheems van India tot in China.
Vorm als bij het geslacht vermeld. Helder lichtgroene bladeren emers variabel, van breed lintvormig tot gesteeld langwerpig ovaal.
Hoogte tot 8 cm, breedte tot 15 cm.
Verzorging en vermeerdering als vermeld bij het geslacht.
Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.
Temperatuur: 20 tot 28° C
pH: 6-8 dH: 0-30 fH: 0-53 ppm: 0-500
De plant is enige tijd verkocht als ➛Echinodorus tenellus 'parvulum', een lichtgroene variant van de populaire ➛Helanthium tenellum. Lange tijd is gedacht dat de plant was uitgestorven, maar is in 1993 herontdekt in de Chinese provincie Hunan.
