= naar Italiaans botanicus Pontedera.
Geslacht van planten met ruim 30 soorten uit de familie van de ➛Pontederiaceae.
Zowel water- als moeras- en drijfplanten komen binnen dit geslacht voor. Heldergroene planten met ronde, hart-, lancet of langgerekt eivormige bladeren. Bij drijfplanten zijn de stengels soms voorzien van een met sponsachtig weefsel gevulde luchtkamer voor drijfvermogen. De water- en moerasplanten groeien of in een rozet, of met een ➛rizoom in de grond. Ook drijvende waterplanten komen voor. Bloemen lichtblauw of paarsblauw, afzonderlijk of in een schijnaar.
In de regel minder gemakkelijke planten voor het aquarium
Sinds 2018 zijn alle soorten uit het geslacht Eichhornia hierin ondergebracht.
Swartz 1788
Blauwe waterhyacint
Verspreid over geheel tropisch en subtropisch Midden- en Zuid-Amerika, wortelend in modderige bodem, submers of drijvend.
Waterplanten die uiteindelijk het wateroppervlak opzoeken, waar ronde tot eivormige bladeren zich uit het water oprichten op drijvende, niet verdikte, vrij lange stelen. De submerse bladeren zijn ongesteeld en lintvormig en staan dicht op elkaar in twee rijen verspreid langs de steel, in een plat of verdraaid vlak. De lichtpaarse bloemen, met donkerpaars hart en gele stamper, staan met tot 50 stuks op een schijnaar. Aangegeven breedte is een maximum, in de regel blijven de planten veel smaller.
Hoogte tot 1,5 m, breedte tot 50 cm.
Weinig eisend en zeer tolerant met temperatuur, aangegeven is het optimum. De planten vragen veel licht en eveneens een rijke voeding, ook stroming is gunstig. Top de planten op tijd, indien de drijfvorm ongewenst is. Deze grote planten komen met één of slechts een paar het best tot hun recht. Voor de fraaie bloemen is de emerse, drijvende vorm vereist.
Vermeerderen kan door het afnemen van zijtakken of het delen van de wortelstok.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 15 tot 24° C
pH: 5-8 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
Linnaeus 1753
Moerashyacint, snoekkruid
Inheems langs de zuidoostelijke kust vanaf de staat Washington in Noord-Amerika tot in Costa Rica in Midden-Amerika, in allerlei ondiep water met hooguit beperkte stroming. In Nederland en België sinds de 18e eeuw ingevoerd en ondertussen ingeburgerd.
Moerasplant met een kruipend rizoom. Zoals de naam al aangeeft bladeren met een puntig eivormige hartvorm, die enigszins aan pijlkruid (➛Sagittaria) doen denken, mede door de stevige en veel langere bladsteel waarvan de laatste paar cm met een knik. Paarse bloemen met een groengele vlek in een aarvorm op een lange steel.
Hoogte tot 60 cm, breedte tot 30 cm.
Voor het aquarium ➛ongeschikt, maar voor de vijver een uitstekende oeverplant die bij voorkeur in ondiep water staat.
Te vermeerderen door de wortelstok te delen.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 10 tot 28° C
pH: 6-7 dH: 12-30 fH: 21-53 ppm: 200-500