Parabotia

= verwant aan Botia.

Geslacht van karpers met ten minste 10 soorten uit de familie van de ➛Botiidae.

Zeer langgerekte, vrijwel ronde modderkruipers, afkomstig uit Azië, voornamelijk China, in (snel) stromend water met een grindbodem en helder, zuurstofrijk water.

De kop is vrij klein en zeer spits, met een onderstandige bek, voorzien van een paar baarddraden op de hoeken, een paar als pluimpje op de bovenlip, en een paar korte op de onderlip, in totaal acht. De rugvin is opvallend groot, evenals de gevorkte staartvin. Alle vinnen zijn afgerond. Vrouwen zijn kloeker gebouwd dan mannen, waardoor ze een langse holling ter hoogte van de ➛zijlijn vertonen, evenals een rondere buiklijn.

Levendige dieren die weliswaar vreedzaam, maar voor kleinere en rustiger vissen intimiderend kunnen zijn. Vermijd ook vissen met sprieten, zoals labyrintvissen, deze worden mogelijk aangevreten. Zie voor verdere details de familiebeschrijving.

Geen van de soorten is in aquaria nagekweekt.

bimaculátus

Chen 1980

Verspreiding deels onbekend, in ieder geval in de Laixi rivier in zuidoostelijk China, ten noorden van de plaats Luzhou in de Chinese provincie Sichuan.

Uiterlijk als vermeld bij geslacht en familie. Kleur roodachtig beige, met 12 tot 15 smalle zadelvlekken, waarmee de gelijkenis met P. fasciatus groot is. Toch eenvoudig daarvan te onderscheiden door beide zwarte vlekjes op de staartwortel.

Lengte tot 14 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht vermeld.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 20 tot 24° C

pH: 6-8   dH: 4-18   fH: 7-32   ppm: 70-300

Geen IUCN status.

fasciátus

Dabry de Thiersant 1872

Verspreid over het zuidoostelijk laaglandgedeelte van China, in de Yangtse en Zhu Jiang rivier en toevoerrivieren daarvan.

Uiterlijk als vermeld bij het geslacht. Over een grijzig zilver liggen 12 tot 14 smalle bruingrijze zadelvlekken tot even boven de buiklijn, beginnend achter de kop. Rug- en staartvin voorzien van smalle donkerbruine strepen dwars op de vinstralen. Op de staartwortel is een kleine, zwarte vlek aanwezig.

Lengte tot 15 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht vermeld.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 20 tot 24° C

pH: 6-8   dH: 4-18   fH: 7-32   ppm: 70-300

Kopen: ok.

lijiangénsis

Chen 1980

Afkomstig uit de Li Jiang rivier in de Zuid-Chinese provincie Guangxi.

Vorm als bij de geslachtsbeschrijving. Lijkt op P. fasciatus, maar is daarvan te onderscheiden door slechts 10 tot 12 zadelvlekken, die langs de randen donkerder zijn getint. Op de staartwortel een verticale oogvlek, in de rugvin twee dwarsstrepen, in de staart twee tot drie.

Lengte tot 8,3 cm.

Verzorging en gedrag vermoedelijk als bij het geslacht omschreven.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 20 tot 24° C

pH: 6-8   dH: 4-18   fH: 7-32   ppm: 70-300

Geen IUCN status.

Kopen: nee.