= met een oorbeen in de keel.
Klein geslacht van cichliden met 10 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.
Betrekkelijk vreedzame cichliden uit het ➛Malawimeer, enkele ook uit het ten zuiden daarvan gelegen Malombemeer
Enigszins langgerekte, hoge cichliden met opvallende gekleurde vinnen. Relatief vreedzaam vergeleken met andere mbuna's, al kunnen te dicht op elkaar levende mannen onderling strijdlustig zijn. Per man liefst meerdere vrouwen houden. Tegenover medebewoners rustig, al kunnen al te kleine soorten als maaltijd eindigen.
Als voedsel kunnen levend en diepvriesvoer van dierlijke aard worden gegeven.
In de natuur leven de dieren vrijwel uitsluitend nabij rotspartijen, en schuilplaatsen zijn dan ook belangrijk. Planten worden met rust gelaten en kunnen daarom worden gebruikt. Neem dan wel soorten die hard water verdragen, zoals ➛hoornblad of Vallisneria.
Kweken kan vaak goed, het betreft muilbroeders. In een aquarium met meerder mannen zal alleen de meest dominante tot paren komen. Een paarlustige man kan vrij agressief zijn naar vrouwen, reden meerdere vrouwen te nemen voor de kweek. Toont een vrouw zich bereidwillig, dan worden op een steen op de bodem eieren afgezet en bevrucht waarna de vrouw deze in de bek neemt. Deze houdt eieren en jongen tot vier weken daar voor ze vrij zwemmen. Deze eten dan ➛jongbroedvoer van het formaat Artemia naupliën tot zich. Bij gevaar keren ze nog enige tijd terug in de bek.
Oliver 1989
Endemisch in het Malawimeer, bij de kust van Monkey Bay in het zuiden en de omringende eilanden in de wijde omtrek. Altijd in de buurt van rotspartijen, nooit in open water.
Twee ondersoorten: O. lithobates lithobates en O. lithobates walteri. Grondkleur kobaltblauw, O. lithobates lithobates met een brede, hardgele of -geeloranje streep van de bovenlip over het voorhoofd tot de rugvin. Daarin loopt dit door tot de punt, daarmee de hele vin kleurend. Bovenop de staartwortel ook deze kleur, dit loopt door op de bovenste staartvinrand tot de punt. Anaal- en buikvinnen met een gelijk gekleurde zoom. De walteri heeft enkel een lichtblauwe zoom langs de rugvin en een oranje langs de aarsvin. Mannen zijn groter en kleurrijker.
Lengte ♀ tot 13,5 cm, ♂ tot 16 cm.
Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.
Temperatuur: 24 tot 28° C
pH: 7-9 dH: 8-30 fH: 14-53 ppm: 130-500
Kopen: ok.
Trewavas 1935
Verspreid over het gehele meer in de overgangszone tussen rotsen en zandbodem.
In het aquarium kunnen de vissen een paar cm groter worden. Kleur variabel naar gelang de locatie. Kop en rug kobaltblauw, op kieuwhoogte achterwaarts met roestbruine of gele vlekken per schub. Elders egaal grijze dieren. Tot 14 donkere dwarsbanden. Langs rug- en aarsvin een dunne gelig witte zoom. Indien aanwezig, lichtgele eivlekken in de aarsvin. Vinnen in de lichaamskleur, de grijze versies met een gelig gevlekt weekstralig deel.
Lengte ♀ tot 14 cm, ♂ tot 18 cm.
Gespecialiseerd in het roven van eieren van andere soorten, vlak voor het moment dat deze door de moeder in de bek worden genomen, net na het afzetten. In het aquarium eten ze echter ook het meer gebruikelijke voer.
Kweek als bij de geslachtsbeschrijving.
Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.
Temperatuur: 22 tot 26° C
pH: 6-7 dH: 8-12 fH: 14-21 ppm: 130-200
Kopen: ok.