Megalámphodus

Geslacht van ➛karperzalmen met ruim 10 soorten uit de familie van de ➛Acestrorhamphidae.

Na enige tijd te zijn beschouwd als een synoniem voor ➛Hyphessobrycon, is na de grote herziening van de ➛Characidae in 2024 dit geslacht weer hersteld. Hierbij zijn meerdere oude bekenden weer teruggeplaatst.

Vissen met een langwerpig ovaal tot bijna rond lichaam, hoog en met sterk samengedrukte zijden, een ronde buiklijn en een relatief kleine kop, voorzien van een eindstandige bek. Evenals bij Hyphessobrycon een lange aarsvin van anus tot aan de staartvin, bij mannen vaak met verlengde voorste stralen.. Rugvin soms hoog, meestal met een zwarte vlek. Een schoudervlek is vaak aanwezig.

Meer informatie over verzorging, gedrag en kweek in het algemeen over karperzalmen via de link boven.

bentósi

Inheems in de Amazonerivier, 400 km voor de monding tussen de rio Trombetas en Tapajos, Zuid-Amerika. Daar zijn de dieren te vinden in zijarmen met trage stroming, te midden van stronken, wortels en takken en enige begroeiing.

Uiterlijk als beschreven bij het geslacht, lichaam hoog en wat gedrongen. Grondkleur rozebruin, enigszins transparant, met een vage schoudervlek. Vinnen rood of met rode accenten. Rugvin met een zwarte vlek en evenals buikvinnen en aarsvin met een witte punt.

Lengte ♀ tot 45 mm, ♂ tot 40 mm.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 20 tot 28° C

pH: 5-8   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: ok.

copelándi

Inheems in de stroomgebieden van de kustrivieren in Frans Guyana en oostelijk Suriname, mogelijk ook in Brazilië, noordoostelijk Zuid-Amerika.

Betrekkelijk slanke soort. Kleur beigewit met een roze tot roodbruine gloed. Enigszins doorschijnend. Vinnen transparant met in de rugvin een zwarte vlek, boven en onder voorzien van een witte rand. Staart met een rode gloed in de lobben. Aarsvin aan de basis soms rood, evenals de nabije huid, met een zwarte zoom. Samen met de buikvinnen met witte voorste stralen. Schoudervlek tot zeer duidelijk. Mannen met langere rug- en aarsvinpunten, vrouwen steviger, vinnen afgerond.

Lengte tot 45 mm.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 28° C

pH: 5-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Kopen: ok.

éques

Rode Minor

Wijd verspreid en algemeen in het stroomgebied van vrijwel de gehele Amazone en Paraguay rivier, in nagenoeg stilstaand, helder water rond boomwortels en begroeiing.

Vrij hoog gebouwde vissen, geheel oranjerood, met een korte zwarte rugvin en een zwarte zoom langs de lange aarsvin. Aan deze laatste en de buikvinnen een witte punt. Een schoudervlek kan sterk aanwezig zijn, maar ontbreekt soms. Volwassen vrouwen zijn steviger van bouw.

Lengte ♀ tot 40 mm, ♂ tot 35 mm.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 8-12   fH: 14-21   ppm: 130-200

Kopen: ok.