MacropodusMacropodus opercularis

Macrópodus

= met grote voet.

Klein geslacht van goerami's met 9 soorten uit de familie van de ➛Osphronemidae.

Middelgrote goerami's uit zuidoostelijk Azië met een langgerekt en, zeker richting de staart, sterk zijdelings samengedrukt lichaam. Snuit enigszins spits met een kleine, eindstandige bek met stevige lippen. De lange rug- en aarsvin bestaat uit een deel met harde vinstralen en een deel met weke. Beide met lang uitlopende punten aan de achterzijde, waarna de geslachtsnaam verwijst. Staart rond of liervormig. De buikvinnen hebben draadvormig verlengde voorste vinstralen en zijn meestal gespleten.

Vreedzame dieren die ook in een ➛gezelschapsaquarium passen. Vermijd echter wel te combineren met spriet- en vinhappers, zoals ➛sumatranen. Een dichte beplanting en drijfplanten zijn gunstig, verder kunnen hout en eventueel stenen worden gebruikt.

Ook met voedsel weinig kieskeurig, alle wat aan ➛dierlijk voer naar binnen kan is geschikt, zowel levend als diepgevroren.

Meestal eenvoudig te kweken en zeer productieve ➛schuimnestbouwers. Het schuimnest wordt in de regel tussen plantenmateriaal aan het oppervlak gebouwd. De eieren worden in kleine hoeveelheden afgezet en stijgen, door olieinsluitsels, naar het oppervlak, waar de man deze ophapt en in het nest spuwt. Dek het aquarium goed af: een te groot temperatuurverschil tussen water en lucht kan tot beschadiging van het zich bij de jongen ontwikkelende labyrint leiden. Gebruik van folie kan daarbij helpen.

ocellátus

Cantor 1842

Inheems in het oostelijk deel van China, in het noorden in het stroomgebied van de Amoer en in het zuiden in dat van de Parel rivier; in noordoostelijk Vietnam, Japan en Korea, in diverse typen water met weinig stroming.

Lichaamsvorm volgens de geslachtsbeschrijving. Evenals M. spechti donker grijsbruin van kleur, ook rug- en aarsvin. Staart rond en rood van kleur, vergelijk met de staartwortel. Tussen de vinstralen talloze lichtblauwe vlekjes. Deze zijn ook in de aarsvin en het wee deel van de rugvin te zien. Kop en voorzijde lichaam lichter getint, met grillige, donkere dwarslijnen. Op het kieuwdeksel een opvallende zwarte vlek en een zwarte streep vanaf het oog. Vrouwen kleiner en zonder verlengde vinpunten.

Lengte ♀ tot 7 cm, ♂ tot 8 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht vermeld. Zacht water voor de kweek is een voorwaarde. Een verhoging in temperatuur stimuleert.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 10 tot 26° C

pH: 6-8   dH: 4-30   fH: 7-53   ppm: 70-500

operculáris

Linnaeus 1758

Paradijsvis

Afkomstig uit de landen ronde de Chinese zee; zuidelijk China, Vietnam en de eilanden Hainan en Taiwan, in een breed aantal typen water, zolang de stroming gering is; door dumpen van dieren ook in Zuid Korea, Japan, het Maleisisch schiereiland, India en de V.S.

Macropodus opercularis
De paradijsvis, één van de eerst gehouden aquariumvissen.

Vorm als bij het geslacht vermeld. Op de flanken van het geelbruine tot bruinachtig grijze lichaam zijn 8-9 rode en glanzend lichtblauw dwarsbanden aanwezig. Rug en aarsvin als het lichaam gekleurd en afgezet met een dunne witte zoom. Achterin blauwwitte accenten. Staart rood, met blauwwitte randen en dwarsstreepjes tussen de vinstralen. Op de rug zwarte, onregelmatige dwarstekening zichtbaar. De kieuwdeksel is voorzien van een scherp afgetekende, zwarte oogvlek. Vrouwen missen de spectaculaire kleuren op wat rood in de staart na. Tijdens de paai kleurt de keel bij de man zwart. Meerdere kweekvormen bestaan, zoals een vrijwel geheel rode en blauwe variant.

Lengte ♀ tot 7 cm, ♂ tot 8 cm.

Eén van de oudst bekende aquariumvissen die al in 1869 werd geïntroduceerd, wat vooral is te danken aan de geschiktheid voor het koudwateraquarium. Weinig eisende vissen die het prima doen in een onverwarmd aquarium. Er zijn aanwijzingen dat een onverwarmde winterperiode een gunstig effect heeft. Mannen zijn ➛territoriaal en onderling vrij onverdraagzaam, vermijd gelijkvormige vissen. Plaats bij voorkeur meerdere vrouwen op een enkele man, de vechtlust lijkt op die van de kempvis, ➛Betta splendens. Naar andere vissen vreedzaam.

Tot 1000 eieren worden afgezet. Zie de geslachtsbeschrijving.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 10 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 4-30   fH: 7-53   ppm: 70-500

De vissen kunnen ter bestrijding van ➛zoetwaterpoliepen worden ingezet.

Kopen: ok.