= waterschotel.
Klein geslacht van waterplanten met 5 soorten uit de familie van de ➛Alismataceae.
Op ➛Nymphaea lijkende, maar daaraan niet verwante planten. Ondergedoken planten met drijvende bladeren. Eventuele submerse bladeren zittend en lijnvormig. Emerse bladeren gesteeld, rond of eivormig, aan de achterzijde ondiep ingesneden, soms met een punt. Alle parallelnervig met een duidelijke middennerf, die bij jonge bladeren en voldoende licht rood kleurt, voor het overige zijn zowel bladeren als stengels groen tot gelig groen. Zodra drijfbladeren worden gevormd stopt de aanmaak van submerse bladeren. De planten vermeerderen zich door lange uitlopers. Bloemen wit tot geel, drietallig met grote kroonbladeren.
Weinig eisende planten, zeer bruikbaar om al te fel licht te temperen, bijvoorbeeld voor een groep Cryptocorynes. De drijfbladeren worden minder groot dan bij Nuphar en Nymphaea. Door het grote aantal wel redelijk wat ruimte nodig aan het oppervlak.
Twee sterk gelijkende soorten worden slechts zelden aangeboden. Mogelijk biedt een tuincentrum meer kansen.
Seubert 1847
Inheems in Brazilië, Argentinië en Uruguay, in vrijwel stilstaand, ondiep water.
Groeit volgens de geslachtsbeschrijving. Maakt ook submerse bladeren aan. Bloemen geel met een eveneens geel hart. kelkbladeren met een duidelijke middennerf.
Lengte tot 50 cm.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 18 tot 28° C
pH: 5-7 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
Buchenau 1871
Waterpapaver
Inheems in de Amerika's, in water tot een meter diep met weinig stroming.
Vorm als bij de geslachtsbeschrijving. Vormt geen submerse bladeren, drijfbladeren tot 12 cm in diameter. Bloemen met een donkerbruin hart. Kelkbladeren zonder nerf.
Hoogte tot 1 m, breedte tot 60 cm.
Een goede bodemvoeding is van belang.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 10 tot 28° C
pH: 5-7 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130