= boven gekomen.
Emers staat voor planten die boven water uitkomen, zoals moerasplanten. Deze zijn vaak ook gehéél boven water gekweekt, wat incorrect ook nogal eens emers wordt genoemd. Echte waterplanten kunnen daarom zowel emers als ➛submers voorkomen: het drijfblad van bijvoorbeeld een lotus is een emerse groeiwijze.
= aardewerk.
Enchytreeën
Wereldwijd verspreide ringwormen uit de stam van de ➛Annelida, die zowel op land als in zee voorkomen. In beide gevallen leven ze in de bodem, waar ze een belangrijk aandeel hebben in de omzetting van organisch afvalmateriaal.
Op kleine regenwormen lijkende wormen met een wit of gelig, soms transparant lichaam. Tussen de meeste segmenten of ringen bevinden zich vier beweeglijke bundels van meerdere borstelharen. De tweeslachtige dieren hebben een soortgenoot nodig voor een paring, waarna eieren in een doorzichtige cocon worden afgezet.
Enchytreeën worden graag door vissen gegeten. Het eiwitgehalte ligt rond de 70%, vet rond de 14%. Entporties kunnen binnen een vereniging of via internet voor een gering bedrag worden verkregen. Enige matiging is echter aan te raden, aangezien er gemakkelijk vervetting optreedt, met darmproblemen tot gevolg. Ook onvruchtbaarheid en kleurverlies zijn voorkomende verschijnselen.
Het kweken van enchytreeën kan met verschillende substraten. Werd in het verleden vooral potgrond gebruikt, het materiaal waarin de wormen zijn ontdekt, kan gebruik van kokosmolm of meerdere gestapelde schuurdoekjes ook tot goede resultaten leiden.
Een daarover geplaatst glas- of kunststofplaatje maakt het makkelijker de wormen te oogsten, maar sluit ook het voedsel af, wat schimmel en bederf in de hand werkt. Een stukje kunststof stramien (gaas) is een handig alternatief. Sluit de bak af met een geperforeerd deksel. Afdichten van de gaten met een gaasje of filterwatten voorkomt besmetting met mee-eters.
Een dergelijke kweek heeft tot drie weken nodig om op gang te komen, en er kan een week mee worden gevoerd, waarna de kweek moet worden ververst met nieuwe potgrond. Zet daartoe de bak open in de zon, zodat de kluit uitdroogt en de wormen het vocht naar beneden volgen. Nu kan de bovenste helft worden vervangen door vers. Een algehele opleving van de kweek is in de regel het gevolg.
Voordeel van deze methode is het eenvoudige onderhoud en dat er nooit potgrond mee kan worden gevoerd. Spoel een eenmaal lopende kweek wekelijks uit om deze vers te houden.
Henle 1837
Witte potworm
Lengte tot 20 mm.
Wat grotere wormen met een doorsnede van ongeveer een mm. Kan bij kamertemperatuur worden gehouden, maar verdraagt ook lagere temperaturen, echter geen vorst.
Temperatuur: 15 tot 20° C