AcestridiumAcestridium discus

Acestrídium

= stopnaaldje.

Klein geslacht van meervallen met 7 soorten uit de familie van de ➛Loricariidae.

Zeer slanke, merkwaardig gevormde vissen met een spitse kop en een ver naar achteren geplaatste zuigmond uit Venezuela, Colombia en Brazilië.

Het lichaam doet aan een breed uitgevallen stopnaald denken, zoals de naam aangeeft, en toont overeenkomsten met ➛Farlowella. Het lijken te ontbreken van vinnen versterkt dit effect. Die vinnen zijn aanwezig, maar alle klein. Borst- en buikvinnen staan kort achter elkaar en in het horizontale vlak. De kop is groot en spits, met een ronde of ovale verbreding aan de punt. De onderstandige zuigmond staat even voor de ogen. Eveneens opvallend zijn de licht slingerende lengtestrepen op kop en rug, die een sterke gelijkenis met een plantenstengel of houtstructuur vertonen, samen met de lichaamsvorm een toepassing van ➛mimese.

Rustige, sociale dieren die elkaars gezelschap waarderen. Echter geen beginnersvissen, over de dieren is veel nog niet bekend. Sterke stroming is gewenst, evenals houtwortels en plantengroei.

Als voedsel zijn zowel algen of ➛plantaardig als dierlijk voer van belang.

díchromum

Retzer, Nico & Provenzano 1999

Afkomstig uit de bovenloop van de Orinoco en de Rio Negro, op de landendriehoek Venezuela, Colombia en Brazilië.

Acestridium dichromum
Acestridium dichromum
Uiterlijk als beschreven bij het geslacht. Grondkleur variabel; de dieren kunnen van lichtbruin naar groen verkleuren, afhankelijk van de omgeving. Van de snuit loopt over het oog een donkerbruine lengtestreep, die bij het oog het breedst is.

Lengte tot 6,5 cm.

De soort is nog niet nagekweekt.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 23 tot 30° C

pH: 6-7   dH: 4-18   fH: 7-32   ppm: 70-300

Kopen: ok.

díscus

Haseman 1911

Afkomstig uit de Igarapé Cachoeira, een kleine rivier in het stroomgebied van de Rio Negro, waar deze bij Manaus in de Amazone uitmondt.

Lichaam als aangegeven bij het geslachts. De naam is een verwijzing naar de ronde verbreding aan de snuit.

Lengte tot 6,7 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht vermeld. Over de kweek zijn nog geen gegevens.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 26 tot 30° C

pH: 4-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Geen IUCN status.